fbpx

De Rol van Vitamines in Kattenvoer

De Rol van Mineralen in Kattenvoer

Hamist Cornet blog photo

Hamist Cornet

Mineralen zijn elementen die essentieel zijn voor de stofwisselingsprocessen in het lichaam. 

Slechts 4% van het totale lichaamsgewicht van een kat bestaat uit minerale stoffen. Maar net als de vitaminen is de aanwezigheid van deze elementen essentieel voor het Ieven.

In het algemeen worden mineralen gescheiden in twee groepen: 

  • Macromineralen
  • Micromineralen

Macromineralen zijn de mineralen die in aanzienlijke hoeveelheden in het lichaam voorkomen en het grootste deel van de mineralen in het lichaam uitmaken. 

Zij omvatten: 

  • Calcium
  • Fosfor
  • Magnesium
  • Zwavel
  • Ijzer
  • Natrium
  • Kalium
  • Chloride

Micromineralen, vaak aangeduid als spoorelementen, bevatten een groter aantal mineralen die in zeer kleine hoeveelheden in het lichaam aanwezig zijn. 

Deze groep bestaat uit:

  • Koper
  • Zink
  • Mangaan
  • Jodium
  • Selenium
  • Kobalt
  • Chroom

Laten we het eerst hebben over de groep macromineralen, te beginnen met calcium en fosfor.

1. Het Belang van Calcium en Fosfor

1. Het Belang van Calcium en Fosfor

Calcium en fosfor worden meestal samen besproken omdat hun metabolisme en de mechanismen die hun niveaus in het lichaam controleren nauw met elkaar verbonden zijn. 

Toen we klein waren is ons geleerd om melk te drinken omdat het goed is voor sterke botten en tanden vanwege calcium. 

Ook bij katten is calcium een belangrijke component van het bot. 

Maar liefst 99% van het calcium in het lichaam bevindt zich in het skelet; de resterende 1% is verdeeld over de lichaamsvloeistoffen die zich binnen en buiten de lichaamscellen bevinden. 

Het calcium in het bot zorgt er voor dat het skelet goed kan functioneren en dat de juiste calciumgehaltes wordt behouden. 

Maar het is niet alleen belangrijk voor het skelet. 

Lichaamscellen gebruiken calcium voor het versturen van signalen, het samentrekken van spieren (bijvoorbeeld het hart), het verzenden en ontvangen van neurotransmitters en het speelt zelfs een rol bij bloedstolling.

Fosfor is ook een belangrijk onderdeel van het bot. 

Ongeveer 85% van de fosfor in het lichaam wordt gevonden in combinatie met calcium in botten en tanden. 

Het resterende deel van dit mineraal bevindt zich in spieren, pezen, gewrichtskapsels en alle ondersteunende vet- en bindweefsel. 

Deze delen worden ook wel de “weke delen” genoemd.

Het fosfor dat zich in de weke delen van het lichaam bevindt, heeft een breed scala aan functies en is betrokken bij bijna alle stofwisselingsprocessen in het lichaam. 

Het is bijvoorbeeld een bestanddeel van je kat z’n DNA, een bestanddeel van verschillende B-vitamines, en belangrijk voor het reguleren van het transport van stoffen in en uit de cellen.

Zoals ik zei zorgt het lichaam ervoor dat het calciumgehalte constant blijft. 

Dit gebeurd door de regulerende werking van vitamine D, door het bijschildklierhormoon genaamd PTH en door het schildkierhormoon calcitonine.

PTH komt namelijk vrij in de bloedbaan als reactie op een lichte daling van het calciumgehalte in het bloed. 

Vervolgens stimuleert PTH de aanmaak van vitamine D in de nieren en vitamine D zorgt op z’n beurt voor een verhoogde opname van calcium en fosfor uit het bot.

Wanneer het calciumgehalte in het bloed normaal is, wordt de PTH-uitscheiding geremd en komt calcitonine vrij. 

Calcitonine zorgt er weer voor dat de verhoogde opname van calcium en fosfor uit het bot afneemt. 

Zo is het cirkeltje weer rond.

Nu je weet wat de werking van calcium en fosfor is in het lichaam moeten we het hebben over calcium en fosfor in voeding. 

Het is namelijk belangrijk om rekening te houden met de verhouding tussen de hoeveelheid calcium en fosfor.

Als je kat teveel calcium binnenkrijgt dan wordt er minder fosfor opgenomen uit voeding. 

Hetzelfde geldt voor een teveel aan fosfor wat resulteert in het remmen van de calciumopname. 

De aanbevolen verhouding tussen calcium en fosfor in kattenvoer ligt tussen 1:1 en 2:1. 

Dus je wilt op z’n minst dat je kat evenveel calcium en fosfor binnenkrijgt of maximaal twee keer zoveel calcium als fosfor.

Het voeren van kattenvoer met een onjuiste calcium/fosforverhouding of het aanvullen van gebalanceerd voer met hoge hoeveelheden van een van deze mineralen kan leiden tot een verstoring van het calcium- of fosforevenwicht. 

Zo’n verstoring betekent meestal een aandoening aan het skelet bij groeiende en volwassen katten.

Voedingsmiddelen variëren sterk in hun calciumgehalte. 

Zuivelproducten en peulvruchten bevatten hoge hoeveelheden, maar graan, vlees en organen bevatten zeer weinig. 

Fosfor daarentegen vind je in veel voeding terug. 

Zowel zuivelproducten en peulvruchten als vis, vlees, gevogelte en organen zijn zeer rijke bronnen van fosfor. 

Let er dus op bij het kiezen van voeding dat de juiste verhouding wordt gehandhaafd.

2. Het Belang van Magnesium

2. Het Belang van Magnesium

Hoewel magnesium een macromineraal is, is de hoeveelheid ervan in het lichaam veel lager dan die van calcium en fosfor. 

Ongeveer 60% tot 70% van het in het lichaam aanwezige magnesium bestaat in de vorm van fosfaten en carbonaten in het bot.

Het grootste deel van het resterende magnesium bevindt zich in de cellen, en een zeer klein deel is aanwezig in de extracellulaire vloeistof. 

Naast de rol die magnesium speelt bij het structureren van het skelet, functioneert het in een aantal metabole reacties.

Magnesium is namelijk essentieel bij de omzetting van koolhydraten en eiwitten. 

Daarnaast is het erg belangrijk bij de samentrekking van spieren en is het verantwoordelijk voor een goede overdracht van zenuwimpulsen.

Magnesium vind je vooral terug in volle granen, peulvruchten en zuivelproducten. 

Natuurlijk voorkomende magnesiumtekorten komen niet vaak voor bij katten.

Teveel magnesium in katten is echter een risicofactor voor struviet urolithiasis (blaasgruis)

3. Het Belang van Zwavel

3. Het Belang van Zwavel

Zwavel is een mineraal die zich bevindt in eiwitten en nodig is voor de aanmaak van een aantal zwavelhoudende verbindingen:

  • Chondroïtinesulfaat - een suikermolecuul die in het kraakbeen wordt aangetroffen
  • Insuline - een hormoon die de stofwisseling van koolhydraten, vetten en eiwitten reguleert
  • Heparine - een antistollingsmiddel wat wordt gebruikt als bloedverdunner

Als onderdeel van het aminozuur cysteïne wordt zwavel gevonden in het regulerende stof glutathion. 

Glutathion is aanwezig in alle cellen en functioneert met het enzym glutathionperoxidase om cellen te beschermen tegen vrije radicalen.

Zwavel kan ook een rol spelen bij het transport van aminozuren over de celmembranen. 

Bovendien is zwavel een bestanddeel van biotine en thiamine (de twee B-vitaminen). 

In het lichaam bestaat zwavel bijna volledig als bestanddeel van organische verbindingen.

De meeste zwavel in voeding wordt geleverd door methionine en cysteine. 

Zie je in de ingrediëntenlijst iets van sulfaat, sulfiet of sulfide, weet dan dat dit zeer slecht opgenomen wordt door het kattenlichaam en hierdoor weinig bijdraagt aan de zwavelgehalte.

Zwaveltekorten komen nauwelijks voor. 

Mocht dit wel zo zijn dan zie je dat soms aan een doffe vacht, eventueel met kale plekken.

4. Het Belang van Ijzer

4. Het Belang van Ijzer

IJzer is aanwezig in alle lichaamscellen, maar het grootste deel van het ijzer in het lichaam wordt gevonden als bestanddeel van de eiwitten hemoglobine en myoglobine. 

Hemoglobine wordt gevonden in rode bloedcellen en transporteert zuurstof van de longen naar de weefsels. Myoglobine bindt zuurstof voor direct gebruik door de spiercellen.

IJzer is ook een factor voor verschillende andere enzymen en is een bestanddeel van een groep enzymen genaamd cytochroom. 

Meeste van deze enzymen zijn belangrijk voor de afbraak van potentiële schadelijke stoffen en/of verschillende lichaamsvreemde stoffen zoals medicijnen en giftige stoffen.

De hoeveelheid ijzer die wordt opgenomen wordt beïnvloed door meerdere factoren, waaronder de behoefte van het lichaam aan het mineraal, de omgeving van de darmen en voeding. 

De behoefte gaan we later behandelen maar als we het over de omgeving hebben van de darmen dan zien we dat een zure omgeving over het algemeen de ijzeropname bevordert. 

Ijzer uit voeding komt voor in twee vormen als: 

  • Heemijzer
  • Non-heemijzer

Heemijzer zit alleen in dierlijke bronnen. Non-heemijzer zit in dierlijke en plantaardige bronnen maar wordt minder goed opgenomen door het lichaam. 

In feite:

Ongeveer 60% van het ijzer in kattenvoer is in de vorm van non-heemijzer. 

Veel voorkomende bronnen van ijzer die zijn opgenomen in commerciële kattenvoer zijn onder andere gestoomd beendermeel, di-calcium-fosfaat en ijzer-sulfaat-hepta-hydraat.

De beste ijzer voor je kat haal je dus uit dierlijke voedingsbronnen (zoals de lever, nieren, vlees, vis en eigeel) en kan je herkennen aan de woorden aminozuurchelaten en proteinaten op de ingredientenlijst. 

Andere voedingsfactoren die de ijzeropname kunnen beperken zijn de aanwezigheid van fytaten, fosfaten en oxalaten in voeding en de inname van teveel zink of calcium.

Katten bewaren ijzer in de lever, milt en beenmerg en zijn daar heel efficient in. 

Het ijzer in hemoglobine bijvoorbeeld wordt hergebruikt wanneer rode bloedcellen worden afgebroken. 

Hierdoor komt het van nature weinig voor dat er veel ijzer verlies optreedt. 

Alleen als er sprake is van ongewoon bloedverlies zoals bij het baren, zware chirurgie, letsel, ernstige parasitaire infecties of maag-darmziekten. 

Gebrek aan ijzer resulteert in anemie (ofwel bloedarmoede) wat zich uit in vermoeidheid en depressie. 

Omgekeerd is ijzer giftig als het in te grote hoeveelheden wordt ingenomen.

5. Het Belang van Natrium

5. Het Belang van Natrium

Als we het hebben over natrium welk ander woord komt er dan als eerst bij je op? 

Waarschijnlijk, zout of niet haha. 

Zout is namelijk de belangrijkste bron van natrium in voeding, dat wordt gebruikt voor de conservering van de meeste commercieel bereide kattenvoer. 

Omdat droogvoer langer goed te houden is dan natvoer, kun je in het algemeen stellen dat droogvoer zouter is dan natvoer. 

Natrium is belangrijk voor het regelen van de vochtbalans in het lichaam, het regelen van de bloeddruk en voor een goede werking van spier- en zenuwcellen, het helpt cellen om bouwstoffen en afvalstoffen te verplaatsen en het helpt bij de vertering door de juiste hoeveelheid maagzuur aan te maken. 

Voedingsbronnen met een natuurlijk hoog natriumgehalte zijn onder meer zuivelproducten, vlees, gevogelte, vis en eiwit. 

Vanwege de overvloed aan dit mineraal in voedsel is er weinig sprake van een natriumtekort. 

Maar we moeten wel oppassen dat onze katten niet teveel zout binnen krijgen alhoewel wetenschappelijk onderzoek nog niet overtuigd lijkt te zijn van mogelijke gevaren als hogere bloeddruk, hartproblemen of nierfalen.

6. Het Belang van Chloride

5. Het Belang van Chloride

Chloride is ook een mineraal dat onderdeel is van zout net als natrium. Vaak zal je op de label dan ook het woordje natriumchloride tegenkomen. 

Dan weet je dus dat er zout is toegevoegd aan het voedsel. 

Chloride is belangrijk voor de waterbalans en de zuur-base-balans in het lichaam. Het is ook nodig voor de vorming van zoutzuur in de maag. 

Zoutzuur zorgt namelijk voor de activering van verschillende maag-enzymen en voor de activering van de spijsvertering in de maag.

Omdat het grootste deel van de chloride die katten consumeren, wordt geassocieerd met natrium, is de dagelijkse hoeveelheid die wordt geconsumeerd over het algemeen gelijk aan de inname van natrium. 

Ook een chloride tekort is geen algemeen voorkomend probleem bij katten.

7. Het Belang van Kalium

7. Het Belang van Kalium

Tot slot gaan we het hebben over kalium. 

Kalium is een mineraal dat samen met chloride en natrium betrokken is bij het regelen van de vochtbalans en bloeddruk in het lichaam.

Kalium heeft daarbij een gunstig effect op de bloeddruk omdat het het bloeddrukverhogende effect van natrium tegenwerkt. 

Daarnaast zorgt kalium er samen met natrium voor dat zenuwprikkels goed geleid worden en spieren zich samentrekken. 

Het behoud van de kaliumbalans is vooral belangrijk voor de normale werking van de hartspier. 

Veel voedingsmiddelen bevatten kalium. 

Vlees, gevogelte en vis zijn allemaal rijke bronnen, en volkoren granen en de meeste groenten bevatten ook hoge hoeveelheden. 

Vanwege de overvloed aan kalium in de meeste voedingsmiddelen, is een tekort aan kalium vanuit voeding zeer ongebruikelijk bij katten.

Nu is het jouw beurt!

Nu is het jouw beurt!

Heb jij wat gehad aan dit artikel? Heb je nog vragen? Laat het me vooral weten door hieronder een reactie te plaatsen en dan kom ik er z.s.m. op terug 😉

Subscribe
Notify of
guest
0 Comments
Inline Feedbacks
View all comments
0
Heb je een vraag of opmerking? Laat een reactie achter :)x
()
x