De Rol van Vetten in Kattenvoer
De Rol van Vetten in Kattenvoer
Hamist Cornet
We zien vet vaak als een kwaadaardig iets als het wordt toegevoegd aan ons dieet, dus het komt niet als een verrassing dat velen van ons ook op hun hoede zijn voor vet in het voer van onze kat.
In voeding zorgt vet voor de meest geconcentreerde vorm van energie van alle voedingsstoffen.
Naast het feit dat het meer energie bevat, is de verteerbaarheid van vet meestal ook hoger dan die van eiwitten en koolhydraten.
Een zekere hoeveelheid vet is dus noodzakelijk, zelfs van vitaal belang, voor de gezondheid van je kat.
In dit artikel gaan we het hebben over:
- Verschillende soorten vetten
- Functies van vet
- Het gevaar van teveel vet
Allright, laten we beginnen met de verschillende soorten vetten.
1. Verschillende Soorten Vetten
1. Verschillende Soorten Vetten
Vet uit voeding is onderdeel van een groep verbindingen bekend onder de naam lipide.
Deze verbindingen horen bij elkaar door hun eigenschap om niet op te kunnen lossen in water.
Je hebt vast wel een keer een olie in een glas of bak water gedaan. Dan zie je dat de olie en water gescheiden blijven van elkaar.
Zodra je dat ziet dan weet je dus dat er lipide (ofwel: vet) in - in dit geval - olie zit.
Voortaan gaan we het gewoon hebben over vet omdat dat een gangbaarder term is, maar weet in ieder geval dat lipide een synoniem is.
Ook ga je merken dat ik het vaak heb over vet uit voeding.
Je hebt namelijk ook vet wat is opgeslagen in het lichaam van je kat. Deze vorm van vet wordt triglyceriden genoemd.
Vet uit voeding kan worden onderverdeeld in:
- Verzadigde vetten
- Onverzadigde vetten
Deze onderverdeling ken je waarschijnlijk wel maar weet je ook wat het verschil is?
Met het blote oog kan je een groot verschil tussen deze twee vetsoorten waarnemen.
Verzadigde vetten hebben bij kamertemperatuur namelijk een vaste, gestolde vorm (bijvoorbeeld boter).
Onverzadigde vetten zijn vloeibaar bij kamertemperatuur zoals olijfolie.
Het uitleggen van de echte verschillen tussen verzadigd en onverzadigd vet kost iets meer woorden.
Deze zijn namelijk iets ingewikkelder.
Om te beginnen moet je, om die verschillen te kunnen zien, vetten honderden keren uitvergroten.
Dat kan bijvoorbeeld met een microscoop.
Pas dan zie je de allerkleinste deeltjes waaruit iets is opgebouwd.
Die deeltjes heten atomen.
Vetten zijn opgebouwd uit twee elementen:
- Glycerol
- Vetzuren
Vetzuren bestaan weer uit koolstofatomen (C) en waterstofatomen (H).
Deze twee atomen kunnen zich aan elkaar hechten. Hierbij is het koolstofatoom de verbindende factor (zeg maar de leider) en dat komt omdat dit atoom verbindingsplekken heeft.
Aan die plekken kunnen andere atomen zich verbinden.
Nou hebben verzadigde vetten een enkele verbinding en onverzadigde vetten een dubbele verbinding.
Nu we dit weten gaan we nog een stapje verder.
Onverzadigde vetten zijn onder te verdelen in enkelvoudige en meervoudige onverzadigde vetzuren.
Onverzadigde vetzuren hebben verbindingsplekken over omdat andere atomen daar niet aan zijn gekoppeld.
Om die plek toch te gebruiken, kunnen koolstofatomen ook onderling met elkaar koppelen.
Als koolstofatomen zich op één plek met elkaar verbinden zijn het enkelvoudig onverzadigde vetzuren.
En als koolstofatomen op meerdere plekken koppelen zijn het meervoudig onverzadigde vetzuren.
Dus als we het over vetten hebben dan hebben we het over:
- Verzadigde vetten
- Enkelvoudige onverzadigde vetten
- Meervoudige onverzadigde vetten
2. Functies van Vet
2. Functies van Vet
Functie 1: Triglyceriden zijn de primaire vorm van opgeslagen energie in het lichaam.
- Onder de huid, rond de vitale organen en in de membranen rond de darmen is er een grote opslag van vetophoping aanwezig. Een deel van deze vetopslag kan je goed zien bij zwaarlijvige katten. Deze opgeslagen vetten leveren energie in tijden van nood en opslag in tijden van energieoverschot.
- Triglyceriden dienen ook als bescherming tegen warmteverlies en als een beschermende laag tegen lichamelijk letsel aan de vitale organen.
Hoewel dieren een zeer beperkte capaciteit hebben om koolhydraten op te slaan in de vorm van glycogeen, hebben ze een bijna onbeperkte capaciteit om overtollige energie op te slaan in de vorm van vet.
Functie 2. Naast het leveren van energie heeft vet ook metabolische en structurele functies:
- Zenuwvezels in het lichaam zorgen ervoor dat signalen (zogenaamde zenuwimpulsen) worden doorgegeven. Door deze vezels te voorzien van een vetlaag kunnen deze signalen beter worden overgedragen.
- Vetten dienen als bouwstof voor celmembranen en helpen bij het transporteren van voedingsstoffen naar deze membranen.
- Cholesterol, wat waarschijnlijk iets negatiefs in je oproept, is een vetachtige stof wat wordt gebruikt om galzout te maken.
Dit is nodig om vetten op de juiste manier te verteren en op te nemen.
Ook vormt cholesterol een beschermende laag in de huid dat overmatig vochtverlies voorkomt.
Je weet inmiddels dat vocht heel belangrijk is.
Functie 3. Vet uit voeding levert ook een bron van essentiële vetzuren en maakt het mogelijk dat vetoplosbare vitaminen kan worden opgenomen.
Het lichaam heeft behoefte aan twee groepen essentiële vetzuren:
- Omega-3
- omega-6 vetzuren
Hier heb je vast over gehoord.
Deze maken deel uit van de meervoudige onverzadigde vetzuren.
In onderstaande tabel zie je de belangrijkste omega-3 en omega-6 vetzuren voor de kat:
Omega-6 vetzuren | Omega-3 vetzuren |
Linolzuur | Alfa-linoleenzuur (ALA) |
Gamma-linoleenzuur | Eicosapentaeenzuur (EPA) |
Arachidonzuur (AA) | Docosahexaeenzuur (DHA) |
De meeste dieren kunnen gamma-linoleenzuur en arachidonzuur aanmaken uit linolzuur.
Dus normaal gesproken betekent dit dat linolzuur essentieel is voor een dier om gamma-linoleenzuur en arachidonzuur te maken.
Alleen is de kat een van de weinige dieren die niet voldoende arachidonzuur kan aanmaken, zelfs als er voldoende linolzuur aanwezig is in voeding.
Als gevolg hiervan is arachidonzuur vooral tijdens de zwangerschap en voor de normale ontwikkeling van de eerste 4 weken essentieel.
EPA en DHA zijn net zo essentieel.
Normaal gesproken worden deze twee gevormd uit alfa-linoleenzuur.
Maar ook nu weer heeft de kat moeite om dit goed te kunnen omdat het niet voldoende enzymen heeft om alfa-linoleenzuur om te zetten in EPA en DHA.
Wat de functies van deze zuren precies zijn gaan we in de volgende module bespreken maar voor nu weet dat:
- Linolzuur: maïs, katoenzaad, vlas, hennep, pinda's, rijstzemelen, saffloer, sesam, sojabonen, zonnebloem-, tarwekiem- en sojaolie, noten (amandelen, pecannoten en pistachenoten)
- Gamma-linoleenzuur: zwarte bessenzaad, bernagie, teunisbloem, hennep
- Arachidonzuur: zuivelproducten, eieren, vlees, schelpdieren, zoetwatervissen en zeevissen uit subtropische en tropische omgevingen
- Alfa-linoleenzuur: canola, vlas, hennep, perilla, soja- en notenolie, groene bladgroenten
- EPA en DHA: vette zeevis uit koudere wateren: blauwbaars, paling, heilbot, haring, makreel, zalm, steur en tonijn; enkele vissen uit warmere wateren: brasem, menhaden en sardines; zoetwatervissen
Functie 4: Vet speelt een rol in de smakelijkheid en textuur van voedsel
Dit is uiteraard een belangrijke functie, want geen enkel huisdiervoer, hoe goed het ook geformuleerd is, kan voedzaam zijn als het niet wordt gegeten.
Uit een studie die werd uitgevoerd met katten bleek dat voer met 25% tot 40% vet de voorkeur kregen boven vetarme voer, maar dat een vetgehalte van boven de 40% de aanvaardbaarheid vermindert.
Dit effect zorgt wel voor een complicatie: hoe hoger het vetgehalte des te hoger de energiedichtheid (het aantal calorieën).
Katten hebben niet veel calorieën nodig om in hun energiebehoefte te voorzien maar sommige katten worden wel getriggerd tot overconsumptie door die verhoogde smakelijkheid.
Dat brengt ons tot het laatste puntje van dit onderwerp:
3. Het Gevaar van Te Veel Vet
3. Het Gevaar van Te Veel Vet
In het artikel over koolhydraten heb ik besproken dat teveel koolhydraten uiteindelijk leidt tot vetopslag, en dat een verhoogd lichaamsvet kan leiden tot obesitas.
Bij teveel vet is dit natuurlijk precies hetzelfde behalve dan dat er geen sprake is van omzetting van koolhydraat naar vet.
Overtollig vet wordt direct opgeslagen.
Nou is het zo dat naar schatting circa 42% van de katten overgewicht heeft in Nederland, waarvan er, volgens de huidige wetenschappelijke gegevens, tot 21% zwaar obees is.
Dit heeft natuurlijk weer effect op een legio andere zaken in het lichaam waar je niet blij van wordt.
Om deze reden moet calorierijke voeding met een matig tot hoog vetgehalte, vaak op portie gecontroleerde basis worden gevoerd.
Nu is het jouw beurt!
Nu is het jouw beurt!
Heb jij wat gehad aan dit artikel? Heb je nog vragen? Laat het me vooral weten door hieronder een reactie te plaatsen en dan kom ik er z.s.m. op terug 😉