fbpx

De Rol van Vitamines in Kattenvoer

De Rol van Vitamines in Kattenvoer

Hamist Cornet blog photo

Hamist Cornet

Vitamines zijn organische moleculen die functioneren als essentiële enzymen, pro-enzymen en co-enzymen in een heleboel lichaamsprocessen. 

En op enkele uitzonderingen na kunnen de meeste vitamines niet worden aangemaakt door het lichaam zelf. 

Katten moeten ze dus binnenkrijgen via voeding. 

In het algemeen kunnen vitamines worden onderverdeeld in twee categorieën: 

  • In vetoplosbare vitamines
  • In wateroplosbare vitamines.

De in vetoplosbare vitamines zijn: 

  • Vitamine A 
  • Vitamine D
  • Vitamine E
  • Vitamine K

Deze groep wordt op dezelfde manier verteerd en opgenomen als vetten uit voeding en verlaten het lichaam via de gal in de ontlasting. 

De in wateroplosbare vitamines zijn: 

  • Vitamine C
  • Vitamine B-complex

Meeste van deze vitamines worden opgenomen in de dunne darm en verlaten het lichaam via de urine. 

Een teveel aan in vetoplosbare vitamines worden opgeslagen in de lever en hebben daardoor een grotere kans op vergiftigheid, maar ook een kleinere kans op tekorten. 

De kans op vergiftigheid bij in wateroplosbare vitamines is veel kleiner omdat het lichaam niet in staat is om hogere aantallen op te slaan. 

Daardoor is de kans op tekorten bij deze groep vitamines groter bij katten.

Oke, laten we dieper in gaan op de eerste vitamine..

1. Het Belang van Vitamine A

1. Het Belang van Vitamine A

De algemene term vitamine A bevat een aantal moleculen genaamd retinol, retinal en retinezuur. Van deze moleculen is retinol de beste stof die door het lichaam wordt genomen. 

Maar voordat we kunnen spreken van vitamine A moeten we eerst spreken over carotenoïden. 

Daar begint het namelijk allemaal mee. 

Carotenoïden zijn donkerrode natuurlijke kleurstoffen die worden gemaakt door plantaardige cellen. 

Deze kleurstoffen zorgen voor de diep oranje en gele kleuren van veel planten. Groenten zoals wortels en zoete aardappelen bevatten veel van deze kleurstoffen. 

Maar ook donkergroene bladgroenten zoals andijvie, boerenkool en spinazie bevatten ook deze kleurstoffen. 

Ik hoor je al denken “maar die zijn toch niet oranje”. 

Dat klopt inderdaad. 

Deze bladgroenten bevatten ook chlorofyl wat zorgt voor de groene kleur. Deze maskeert dus de rode kleurstof.

Er zijn verschillende carotenoïden maar de belangrijkste is beta-caroteen omdat die aanwezig is in de meeste voedingsmiddelen en de hoogste biologische activiteit levert. 

Wanneer dieren beta-caroteen binnenkrijgen, zet een enzym in het darmslijmvlies genaamd beta-caroteen dioxygenase, deze om in vitamine A. 

Helaas, heeft de kat een gebrek aan dit enzym waardoor vitamine A niet kan worden aangemaakt in het lichaam als het wordt voorzien van beta-caroteen.

Dus stel dat je de volgende keer hoort of leest dat wortels veel vitamine A bevatten voor je kat dan gaat er bij jouw direct een belletje rinkelen. 

Het bevat inderdaad veel vitamine A, maar pas na omzetting van beta-caroteen, wat niet gaat bij katten vanwege het gebrek aan het enzym.

De enige manier hoe katten wel vitamine A binnenkrijgen is door een dierlijke bron te eten die het beta-caroteen al heeft omgezet tot vitamine A. 

Of doordat een synthetische vorm van vitamine A is toegevoegd aan de voeding. 

Dit laatste is het geval bij de meeste commerciële dierenvoeding.

Dit gezegd hebbende:

Het betekent niet dat carotenoïden niks kunnen betekenen voor katten. 

Uit onderzoek is gebleken dat bèta-caroteen en een andere carotenoïde genaamd luteine de immuunrespons ondersteunen. 

Dit is een specifieke reactie in het lichaam die gericht is op het onschadelijk maken van bacteriën, virussen en schimmels.

Er zijn ook andere functies: 

1.2. Functies van Vitamine A

Vitamine A is belangrijk voor het zicht, de groei van botten, voortplanting en het behoud van het epitheelweefsel (ofwel dekweefsel).

1.2.1. Zicht

De rol in het gezichtsvermogen is vrij bekend. In de staafjes van het netvlies wordt rodopsine gevormd. 

Dit is een lichtgevoelig pigment dat er voor zorgt dat het oog zich kan aanpassen aan verandering in lichtintensiteit. 

Wanneer het donker is wordt rodopsine gevormd uit retinal en opsine. Bij de vorming komt energie vrij dat een overdracht produceert naar het oogzenuw. 

Wordt het weer licht dan wordt rodopsine weer gesplitst in retinal en opsine. Ook bij deze splitsing komt weer energie vrij wat zorgt voor de aanpassing in het oog.

Heeft je kat een tekort aan vitamine A dan is er minder retinal beschikbaar om rodopsine te maken. 

Hierdoor wordt het oog steeds gevoeliger voor lichtveranderingen wat uiteindelijk leidt tot nachtblindheid. 

1.2.2. Epitheelweefsel

Vitamine A is ook essentieel voor de vorming en het onderhoud van gezond epitheelweefsel. 

Dit weefsel omvat: de huid, de slijmvliezen langs de luchtwegen en het maagdarmkanaal.

Het epitheelweefsel bedekt het lichaamsoppervlakte (zoals bijvoorbeeld de huid) en lichaamsholten. 

Het biedt bescherming en zorgt voor opname en afgifte van stoffen.

Bij een gebrek aan vitamine A worden normale epitheelcellen vervangen door cellen die niet goed functioneren. 

Dit leidt tot schade aan het weefsel en een verhoogde vatbaarheid voor infectie.

1.2.3. Botgroei en voortplanting

Bij de ontwikkeling van het skelet en de tanden vindt er constant ombouw plaats van het bot door cellen. 

Deze cellen worden osteoclasten en osteoblasten genoemd: 

  • Osteoclasten breken het bot af 
  • Osteoblasten bouwen het bot op

Dus door de hele levenscyclus van je kat wordt er constant botten opgebouwd en afgebroken en vitamine A draagt hieraan bij. 

Wat betreft de voortplanting, experimenten met proefdieren hebben aangetoond dat vitamine A ook essentieel is voor de ontwikkeling van spermacellen bij katers en normale oestruscycli bij poezen.

2. Het Belang van Vitamine D

2. Het Belang van Vitamine D

Vitamine D bestaat uit een groep verbindingen die de aanmaak van calcium en fosfor in het lichaam reguleren. 

Deze groep kan worden onderverdeeld in: 

  • Vitamine D2 (ook wel ergocalciferol genoemd) 
  • Vitamine D3 (ook wel cholecalciferol genoemd)

Vitamine D2 wordt gevormd wanneer de stof ergosterol, die in veel planten voorkomt, wordt blootgesteld aan UV-straling. 

De omzetting van ergosterol naar vitamine D2 vindt alleen plaats bij geoogste of beschadigde planten en niet in levend plantenweefsel.

Daarom is deze vorm alleen van belang voor herbivoren (planteneters) die zongedroogde of bestraalde plantaardige materialen eten. 

Bovendien kunnen katten vitamine D2 minder efficiënt gebruiken.

Vitamine D3 daarentegen kan efficiënter gebruikt worden door katten en heeft daarom de voorkeur.  

Het wordt aangemaakt door het lichaam wanneer 7-dehydrocholesterol wordt blootgesteld aan UV-straling. 

Dit is een stof die in de huid van dieren voorkomt. 

Of je krijgt het door het eten van dierlijke producten die cholecalciferol bevatten.

Alhoewel vitamine D3 de voorkeur geniet hebben katten een beperkt vermogen om 7-dehydrocholesterol in de huid om te zetten in vitamine D3. 

Daarom lijken katten afhankelijk te zijn van vitamine D rijke voedingsbronnen.

2.1. Functies

Vitamine D draagt bij aan de normale ontwikkeling en het onderhoud van botweefsel en is belangrijk om de hoeveelheden calcium en fosfor in het lichaam in evenwicht te houden. 

Dit wordt gedaan doordat vitamine D de aanmaak van calcium bindende eiwitten stimuleert in de darmen. Het eiwit is nodig om calcium en fosfor uit voeding efficiënt op te nemen.

Vitamine D heeft verder ook invloed op de normale groei van botten en invloed op verkalking in het lichaam. 

Dit wordt op twee manieren gedaan:

  1. door samen te werken met een bijschildklierhormoon genaamd PTH om de calciumhuishouding te reguleren
  2. door ervoor te zorgen dat fosfaat en calcium samen niet neerslaan in de bloedvaten (als dit wel gebeurd verkalken de bloedvaten namelijk)

2.2. Tekort

Een tekort aan vitamine D kan leiden tot osteomalacie bij volwassen katten en rachitis bij opgroeiende kittens. 

Osteomalacie is een aandoening waarbij er te weinig calcium in het bot wordt afgezet. Dit leidt tot zachte en buigzame botten die gemakkelijk breken. 

Rachitis is een zeldzame ziekte waarbij het fosfaatgehalte in het bloed verlaagd is door verlies van fosfaat via nieren en urine. Dit kan leiden tot breuken en misvorming. 

Dit wordt ook wel fosfaatdiabetes genoemd.

2.3. Bronnen

Over het algemeen zit er weinig vitamine D in natuurlijke voeding. Een uitzondering hierop zijn eigeel, kabeljauwlever en bepaalde vissoorten (o.a. zalm, haring en sardientjes).

De beste bron voor vitamine D zijn visleverolien zoals levertraan. 

Leveranciers van commercieel bereide kattenvoeding gebruiken vaak een gezuiverde vorm van cholecalciferol. 

Dit betekent dat het meer dan 98% cholecalciferol bevat.

3. Het Belang van Vitamine E

3. Het Belang van Vitamine E

Vitamine E is de term die wordt gebruikt voor een groep van acht stoffen genaamd tocoferolen en tocotriënolen. 

De meest natuurlijke werkzame stof van deze groep is alfa-tocoferol en wordt het meest gebruikt in kattenvoeding. 

In het lichaam wordt vitamine E in kleine hoeveelheden aangetroffen in bijna alle weefsels en kan flink wat hoeveelheden opslaan in de lever.

3.1. Functies

De belangrijkste functie van vitamine E is als een krachtige antioxidant. 

Meervoudige onverzadigde vetten in voeding en in lichaamscellen zijn zeer gevoelig voor oxidatie (een chemische reactie, wat vergelijkbaar is met het roesten van metaal of het bruin worden van geschild fruit). 

Vitamine E is in staat om deze reactie te onderbreken zodat de normale werking van cellen niet wordt verstoord.

Een andere functie van vitamine E is het beschermen van vitamine A en zwavelhoudende aminozuren tegen oxidatie.

De behoefte van vitamine E voor je kat is dus afhankelijk van de hoeveelheid meervoudige onverzadigde vetten die hij binnenkrijgt door voeding en in hoeverre deze vetten tijdens verwerking en opslag bloot zijn gesteld aan oxidatie.

Verhoog je het gehalte van deze type vetten dan verhoog je ook de kans dat er meer behoefte is aan vitamine E. 

Tot slot, is er een belangrijke verbinding tussen vitamine E en een mineraal genaamd selenium. 

Wat selenium precies is wordt besproken over een paar mails, maar voor nu is het belangrijk om het volgende te weten:

Er is een enzym die de oxidatie van vetten verder tegen gaat. Dit enzym heet glutathionperoxidase en wordt mede-mogelijk gemaakt door selenium. 

Dus door de aanmaak van dit enzym wordt vitamine E bespaart en andersom bespaart selenium het gebruik van vitamine E. 

3.2. Bronnen

Voedselbronnen die rijk zijn aan tocoferolen zijn onder andere: tarwekiemen, maïsolie, katoenzaadolie, sojaolie en zonnebloemolie.

Over het algemeen neemt het vitamine E-gehalte van een olie toe afhankelijk van de concentratie linolzuur in de olie. 

De meeste dierlijke bronnen leveren slechts beperkte hoeveelheden vitamine E. 

De eierdooier kan een matige hoeveelheid vitamine E bevatten, afhankelijk van het dieet van de kip. 

Maar melk en andere zuivelproducten zijn zeer slechte bronnen.

De vitamine E in commercieel bereid voedsel is samen met het vet in de voeding gevoelig voor oxidatie. 

Daarom is een goede opslag van voedsel noodzakelijk om de vetten niet aan te tasten en om de juiste vitamine E-waarden te behouden.

4. Het Belang van Vitamine K

4. Het Belang van Vitamine K

Vitamine K bestaat uit een groep stoffen die chinonen worden genoemd en wordt onderverdeeld in de natuurlijke vormen: 

  • Vitamine K1 (phylloquilon)
  • Vitamine K2 (menachinon)

Vitamine K1 komt van nature voor in groene planten en vitamine K2 wordt aangemaakt door bacteriën in de dikke darm. 

Naast de natuurlijke vormen zijn er ook verschillende synthetische vormen gemaakt. 

De meest voorkomende vorm van synthetische vitamine K is vitamine K3 (ofwel menadione genoemd). 

Deze heeft een vitamine-activiteit die twee tot drie keer hoger is dan die van natuurlijke vitamine K1.

4.1. Functies

De bekendste functie van vitamine K is de rol in het bloedstollingsmechanisme. 

Het is met name vereist voor de aanmaak van protrombine. Dit is een eiwit wat wordt gemaakt door de lever en betrokken is bij het stollen van bloed. 

In medische termen wordt het stollingsfactor II genoemd. 

Vitamine K is ook nodig om drie andere stollingsfactoren in de lever te maken - factoren VII, IX en X.

Een andere belangrijke functie van vitamine K is het activeren van (vitamine K-afhankelijke) enzymen, die de calciumhuishouding reguleren (samen met vitamine D) en verkalking van zachte weefsels en ontkalking van de botten tegengaan.

4.2. Bronnen

Vitamine K vind je terug in bladgroenten zoals spinazie, boerenkool, kool en bloemkool. Over het algemeen bevatten dierlijke bronnen kleinere hoeveelheden vitamine K. 

De aanmaak van vitamine K door bacteriën in de dikke darm van katten kan ten minste een deel, zo niet alle, bijdragen aan de dagelijkse behoefte. 

Daarom wordt een voorraad van deze vitamine pas belangrijk wanneer de bacteriën in de dikke darm minder wordt zoals tijdens een medische behandeling met bepaalde soorten antibiotica.

Vitamine K wordt ook routinematig toegediend bij de behandeling van rodenticiden vergiftiging bij huisdieren. 

Rodenticiden zijn pesticiden waarmee knaagdieren gedood worden zoals ratten en muizen. 

Wanneer een kat een muis opeet wordt hij ook blootgesteld aan deze gif. 

Omdat het actieve ingrediënt in veel van deze gifstoffen de bloedstolling vertraagd wordt, wordt vitamine K gebruikt.

5. Het Belang van Vitamine C

5. Het Belang van Vitamine C

Ascorbinezuur, algemeen bekend als vitamine C, heeft een chemische structuur die nauw verwant is aan suikers en wordt door de kat zelf aangemaakt.

Indien aanwezig in voedingsmiddelen, wordt ascorbinezuur gemakkelijk vernietigd door oxidatieve processen.

Blootstelling aan warmte, licht, alkaliën, oxidatieve enzymen en de mineralen koper en ijzer dragen allemaal bij aan het verlies van vitamine C-activiteit.

Oxidatief verlies van vitamine C wordt tot op zekere hoogte geremd door een zure omgeving en door het bewaren van voedsel bij lage temperaturen.

Het lichaam heeft ascorbinezuur nodig voor de aanmaak van de aminozuren proline en lysine, bij de vorming van collageen en elastine, en voor de aanmaak van acetylcholinesterase.

Collageen is het belangrijkste structurele eiwit bij dieren en is een hoofdbestanddeel van osteoïde, dentine en bindweefsel.

Het wordt geproduceerd door osteoblasten tijdens de groei van het skelet. Daarom is collageen belangrijk voor een normale botvorming.

Wanneer ascorbinezuur niet beschikbaar is, wordt de aanmaak van verschillende soorten bindweefsel in het lichaam aangetast.

Bij diersoorten die vitamine C nodig hebben, zoals mensen, niet-menselijke primaten en cavia's, resulteert een vitamine C-tekort in een aandoening die scheurbuik wordt genoemd.

Klinische tekenen van scheurbuik zijn onder meer verminderde wondgenezing, capillaire bloedingen, bloedarmoede en gebrekkige botvorming.

Botafwijkingen die gepaard gaan met scheurbuik zijn het gevolg van een gestoorde kraakbeensynthese.

Met uitzondering van het bovenstaande zijn alle dieren (inclusief katten) in staat om voldoende endogene vitamine C aan te maken en hebben daarom geen voedingsbehoefte voor deze vitamine.

Momenteel wordt het gebruik van grote hoeveelheden aanvullende vitamine C in voeding van gezonde katten niet aanbevolen.

6. Het Belang van Vitamine B

6. Het Belang van Vitamine B

Vitamine B is de naam voor negen vitamines die betrokken zijn bij het omzetten van energie en de aanmaak van weefsels:

  • Thiamine (Vitamine B1)
  • Riboflavine (Vitamine B2)
  • Niacine (Vitamine B3)
  • Pyridoxine (Vitamine B6)
  • Biotine (Vitamine B8)
  • Foliumzuur (Vitamine B11 of B9)
  • Cobalamine (Vitamine B12)
  • Choline (Vitamine B4)
  • Pantotheenzuur (Vitamine B5)

1.1. Thiamine (vitamine B1)

De eerste van de negen vitamines heet thiamine en wordt ook wel vitamine B1 genoemd.

Dit is een bestanddeel van het enzym thiaminepyrofosfaat, dat een belangrijke rol speelt in het omzetten van koolhydraten.

Thiaminepyrofosfaat is namelijk nodig bij bepaalde chemische reacties die betrokken zijn bij het gebruik van koolhydraten voor energie en omzetting in vet en de aanmaak van bepaalde vet- en aminozuren.

Omdat thiamine vooral een rol speelt bij het omzetten van koolhydraten, is de behoefte van deze vitamine afhankelijk van de koolhydraatconsumptie.

Geef je je kat koolhydraatrijke voeding dan kan een tekort aan thiamine de werking van het centrale zenuwstelsel aanzienlijk beïnvloeden, het kan leiden tot hartkloppingen en maagdarmproblemen.

Maar over het algemeen is een thiamine tekort zeer zeldzaam bij katten en is het meestal het gevolg van de aanwezigheid van antithiamine stoffen in de voeding in plaats van een vitamine tekort.

Om ervoor te zorgen dat kattenvoer voldoende bevat, vullen de meeste bedrijven hun formuleringen vóór de verwerking aan met deze vitamine om ervoor te zorgen dat de hoeveelheid in het eindproduct nog steeds voldoende is.

Thiamine is namelijk hittelabiel wat betekent dat het gemakkelijk vernietigd wordt door de hitte die betrokken is bij de verwerking van veel kattenvoer.

Natuurlijke bronnen van thiamine zijn onder meer mager varkensvlees, rundvlees, lever, hart, tarwekiemen, volle granen en peulvruchten.

1.2. Riboflavine (vitamine B2)

Riboflavine, is ook wel bekend onder de naam vitamine B2 en is relatief stabiel bij hitte, maar wordt gemakkelijk vernietigd door blootstelling aan licht en straling.

Het functioneert in het lichaam als onderdeel van twee enzymen die vereist zijn bij de afgifte van energie uit koolhydraten, vetten en eiwitten.

Bronnen van riboflavine zijn onder meer melk, orgaanvlees, volle granen en groenten. Bovendien vindt de aanmaak ervan plaats in de dikke darm van katten.

De hoeveelheid wat wordt aangemaakt, is ook weer afhankelijk van de koolhydraatconsumptie.

Het is echter niet bekend in welke mate deze bron bijdraagt aan de dagelijkse behoefte van riboflavine van de kat.

1.3. Niacine (vitamine B3)

Niacine ofwel nicotinezuur is nauw verbonden met riboflavine.

Na opname wordt niacine door het lichaam omgezet in nicotinamide, dat is de actieve vorm van de vitamine.

Nicotinamide wordt vervolgens opgenomen in twee enzymen genaamd nicotinamide-adenine-dinucleotide (NAD) en nicotinamide-adenine-dinucleotide-fosfaat (NADP).

Ik weet het, een hele mond vol haha maar deze enzymen werken als hulpmiddelen om waterstof over te dragen in het lichaam die betrokken zijn bij het gebruik van vet, koolhydraten en eiwitten.

Vlees, peulvruchten en granen bevatten allemaal grote hoeveelheden niacine.

Een groot deel van het niacine dat in veel plantaardige bronnen aanwezig is, is echter gebonden en niet beschikbaar voor opname.

De niacine in dierlijke bronnen wordt voornamelijk aangetroffen in een ongebonden, beschikbare vorm.

Naast het consumeren van niacine in voeding, maken katten deze vitamine ook aan als een eindproduct van tryptofaan (een essentieel aminozuur).

Helaas, is er ook een ander enzym in het lichaam die tryptofaan nodig heeft.

Deze heet picoline carboxylase, en vanwege zijn hoge activiteit wordt tryptofaan eerder in co-enzym A omgezet dan NAD (nicotinamide-adenine-dinucleotide).

Hierdoor moeten katten hun volledige niacine-behoefte uit voeding halen.

1.4. Pyridoxine (vitamine B6)

Pyridoxine, ook wel bekend als vitamine B6, bestaat uit zeven verschillende stoffen waarvan pyridoxaal het belangrijkste is.

Het is namelijk ook betrokken bij het aanmaken van niacine en in mindere mate betrokken bij het aanmaken van glucose en vetzuren.

Op dezelfde manier dat de thiamine-behoefte varieert met de koolhydraatconsumptie, wordt de pyridoxine-behoefte van de kat beïnvloed door de eiwitconsumptie.

Bronnen van pyridoxine zijn orgaanvlees, vis, tarwekiemen en volle granen.

Natuurlijk voorkomende voedingstekorten van deze vitamine bij katten zijn niet gemeld.

1.5. Biotine (Vitamine B8)

Biotine is een enzym wat onder andere is betrokken bij de aanmaak van vetten en niet-essentiële aminozuren.

Biotine wordt in veel verschillende voedingsmiddelen aangetroffen, maar de biologische beschikbaarheid varieert sterk.

Eieren bieden een zeer rijke bron van biotine, maar eiwit bevat een stof genaamd avidine, die biotine bindt en niet beschikbaar maakt voor opname.

Door grondig eieren te koken wordt avidine vernietigd en kan de biotine in de dooier worden gebruikt.

Andere bronnen van biotine zijn onder meer lever, melk, peulvruchten en noten.

Darmbacteriën maken ook biotine aan.

Er wordt aangenomen dat een groot deel, zo niet alle, behoeften van een dier vanuit deze bron kunnen worden vervuld.

Tekorten zijn over het algemeen geen probleem, alleen als er sprake is van een antibioticabehandeling bij je kat.

Antibiotica zorgt ervoor dat het aantal bacteriën in de dikke darm vermindert.

Hierdoor kan er ook minder biotine worden aangemaakt en wordt de kans groter om biotine uit voeding te moeten halen.

1.6. Foliumzuur (vitamine B11 of B9)

Foliumzuur is in het lichaam actief als tetrahydrofoliumzuur.

Een belangrijke rol van foliumzuur is de betrokkenheid bij de aanmaak van thymidine, een bestanddeel van desoxyribonucleïnezuur (DNA) - de drager van het erfelijk materiaal.

Wanneer het lichaam een tekort heeft aan foliumzuur kan het niet voldoende DNA aanmaken wat leidt tot verminderde celgroei en rijping van de eicel.

Dit uit zich in bloedarmoede en leukopenie (verminderde hoeveelheid witte bloedcellen).

Bronnen van foliumzuur zijn onder meer groene bladgroenten en orgaanvlees zoals lever en nieren.

Net als verschillende andere B-vitamines, wordt foliumzuur bij katten aangemaakt door de bacteriën van de dikke darm.

Uit deze bron blijkt dat aan de meeste, zo niet alle, dagelijkse behoeften van katten kan worden voldaan. Behalve als er weer is sprake is van antibioticabehandeling.

1.7. Cobalamine (vitamine B12)

Cobalamine, ook wel bekend als vitamine B12, is net als foliumzuur betrokken bij de aanmaak van vetten en koolhydraten en is noodzakelijk voor de aanmaak van myeline.

Je kan myeline zien als een omhulsel die de kanalen in het zenuwstelsel beschermt waarmee zenuwcellen met andere cellen kunnen communiceren.

Dus de informatie die binnenkomt via verschillende zintuigen kunnen veilig en snel van de ene cel naar de andere gaan.

Als er niet voldoende myeline wordt aangemaakt kan dit leiden tot problemen in de hersenen.

Bijvoorbeeld dat je kat vertraagde reflexen heeft, een onvermogen heeft om te kunnen staan of te bewegen, een bewegingsstoornis of epilepsie ontwikkelt.

Gelukkig zijn tekorten aan cobalamine uiterst zeldzaam omdat het lichaam zeer kleine hoeveelheden nodig heeft en omdat het lichaam aanzienlijke hoeveelheden cobalamine kan opslaan in de lever.

Cobalamine komt alleen voor in voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong. Rijke bronnen zijn onder meer vlees, gevogelte, vis en zuivelproducten.

1.8. Choline (Vitamine B4)

Choline heeft verschillende rollen in het lichaam:

  • Het zorgt ervoor dat vetten binnen cellen verplaatst kunnen worden
  • Het zorgt ervoor dat celmembranen hun normale structuur behouden

Het lichaam is in staat om choline aan te maken waarbij het gebruik maakt van de aminozuren serine en methionine en de vitamines foliumzuur en vitamine B12.

Maar het zit ook in veel voedselbronnen zoals de eierdooier, orgaanvlees, peulvruchten, zuivelproducten en volle granen.

Deze leveren allemaal grote hoeveelheden choline.

Omdat choline gespaard kan worden door methionine, kunnen voedselbronnen met veel methionine de behoefte naar choline van je kat vervangen.

Samen met het lichaamseigen-functie om choline aan te maken zorgt dit ervoor dat een natuurlijk voorkomende tekorten van choline weinig voorkomt.

1.9. Pantotheenzuur (Vitamine B5)

De laatste vitamine-B, pantotheenzuur, is genoemd naar de Griekse term “pan”, wat 'alles' betekent.

Het is er naar vernoemd omdat deze vitamine in alle lichaamsweefsels en in alle vormen van levend weefsel voorkomt.

Eenmaal opgenomen door het lichaam wordt pantotheenzuur gevormd tot co-enzym A. Dit co-enzym is essentieel voor het omzetten van koolhydraten, vetten en eiwitten tot energie.

Rijke bronnen van pantotheenzuur zijn onder meer orgaanvlees, zoals lever en nieren, eigeel, zuivelproducten en peulvruchten, maar wordt in vrijwel alle voedingsmiddelen aangetroffen.

Hierdoor zijn tekorten aan deze vitamine erg zeldzaam.

Nu is het jouw beurt!

Nu is het jouw beurt!

Heb jij wat gehad aan dit artikel? Heb je nog vragen? Laat het me vooral weten door hieronder een reactie te plaatsen en dan kom ik er z.s.m. op terug 😉

Subscribe
Notify of
guest
0 Comments
Oldest
Newest Most Voted
Inline Feedbacks
View all comments
0
Heb je een vraag of opmerking? Laat een reactie achter :)x
()
x