fbpx

Heeft Je Kat Last van Nierfalen: De Ultieme Voedingsgids (2022)

Heeft Je Kat Last van Nierfalen: De Ultieme Voedingsgids (2022)

Een onderzoek naar sterfte bij katten toonde aan dat 12,1% toegekend is aan nierfalen.

Dit willen we absoluut niet voor onze kat! 

Dus ben je niet bekend met nierfalen:

Na het lezen weet je waar je op moet letten en in het geval je kat nierfalen heeft (hopelijk niet🙏🏼) weet je wat de vervolgstappen zijn.

Laten we erin duiken.

1. De Werking Van De Nieren

1. De Werking Van De Nieren

Net als de mens hebben katten twee nieren, die te vinden zijn in de buik net achter de ribbenkast en aan weerszijden van de wervelkolom.

De nieren zuiveren het bloed van alle afvalstoffen waar het lichaam van af wil.

Dit is hoe het werkt:

De gezonde nier bevat duizenden “hulptroepen” genaamd nefronen. Dit zijn de functionele eenheden van de nieren.

Elke nefron bestaat uit twee onderdelen:

  1. de glomerulus
  2. een systeem van tubuli (meervoud van tubulus)

De glomerulus is een soort zeef van haarvaatjes (ook wel capillairen genoemd) wat zorgt voor de filtering van.. 

  • Vocht
  • Afbraakproducten van eiwitten (zoals ureum, creatinine, urinezuur en ammoniak) 
  • Elektrolyten 

..uit het bloed.

Hetgene wat over blijft noemen we de voorurine en wordt opgevangen in een dun buisje, de tubulus.

Uit de voorurine worden waardevolle stoffen zoals zouten en glucose gehaald voor hergebruik. 

Wanneer dit proces klaar is komt er weer “schoon” bloed terug in het lichaam.

De rest van de afvalstoffen blijven in de voorurine en komen in de uiteindelijke urine terecht.

Dit complexe proces gaat elke seconde van de dag door..

Totdat het misgaat.

2. Wat Is Nierfalen?

2. Wat Is Nierfalen?

Nierfalen is te onderscheiden in twee types.

Bij type 1 is er sprake van acuut nierfalen

Dit betekent dat je kat plotseling last krijgt van de nieren en ineens doodziek is, terwijl het kort geleden nog gewoon gezond was.

Deze vorm komt niet vaak voor. 

Mocht het toch voorkomen dan kan je kat volledig herstellen mits je er op tijd bij bent. 

Worden de nierproblemen niet op tijd ontdekt dan kan acuut nierfalen leiden tot..

Chronische nierfalen.

Bij chronische nierfalen gaat de nierfunctie geleidelijk aan achteruit.

Dit is wat er gebeurd:

Iets veroorzaakt nierschade wat zorgt voor een verlies van nefronen, ook wel vermindering van de niermassa genoemd.

Daardoor proberen de nieren zich aan te passen in de vorm van:

  • Verhoging van het aantal haarvaatjes (capillairen) in de glomerulus
  • Verhoogde bloeddruk (hypertensie)
  • Verhoogde snelheid van het filtermechanisme in een nefron (glomerulaire filtratiesnelheid)
  • Groei van resterende nefronen (renale hypertrofie)

Dit proces is wetenschappelijk onderzocht bij honden en is waarschijnlijk ook het geval bij de kat (bron, bron).

De toename van de glomerulaire filtratiesnelheid in de overlevende nefronen zorgt ervoor dat de totale snelheid van de nier hoger ligt dan je zou verwachten na de vermindering van de niermassa.

Deze aanpassing stelt een beschadigde nier in staat om (bijna) normaal te kunnen functioneren gedurende een langere tijd.

In feite:

Een verlies van ten minste 70% tot 85% van de functionele capaciteit treedt meestal op voordat een kat klinische tekenen van nierfalen begint te vertonen (bron, bron).

Afhankelijk van de omvang van de schade aan de nieren en van andere factoren die de progressie van de ziekte kunnen beïnvloeden (hier straks meer over), kan de nierfunctie uiteindelijk beginnen af te nemen.

Het onomkeerbare verlies van functionerende nefronen resulteert in een geleidelijke afname van: 

  • De totale filtratiesnelheid
  • Het vermogen van de nier om afvalproducten uit te scheiden

Dit leidt uiteindelijk tot klinische tekenen van nierfalen.

Betekent dit dan het einde?

Nou, het lijkt erop dat het verlies van een bepaalde kritische hoeveelheid nefronen kan resulteren in een zichzelf in-stand-houdende, progressieve nierziekte (bron).

Zelfs nadat de oorspronkelijke oorzaak van het letsel is weggenomen.

Maar dit hoeft niet zo te zijn.

In feite, sommige katten ontwikkelen nooit een progressieve ziekte (bron).

Zelfs niet wanneer een extreem groot deel van de niermassa is vernietigd.

Dus nu je weet wat nierfalen is, wat veroorzaakt het eigenlijk?

3. Oorzaken Van Nierfalen

3. Oorzaken Van Nierfalen

Uremie

Als we het hebben over uremie dan hebben we het over niervergiftiging. Het gaat dan om de nieren die worden blootgesteld aan verbindingen die niercellen beschadigen of doden.

De nieren kunnen verschillende niveaus van schade oplopen, afhankelijk van het type en de hoeveelheid giftige stoffen waaraan ze worden blootgesteld.

In veel gevallen leiden gifstoffen tot relatief kleine schade die op latere leeftijd al dan niet kan bijdragen aan chronische nierfalen.

Maar er zijn ook situaties waarin niervergiftiging fataal kan zijn.

De meest voorkomende gifstoffen voor katten zijn:

  • Antifreeze: datgene wat je gebruikt voor je bevroren autoruit (bron)
  • Geneesmiddelen als ibuprofen en andere NSAIDs (Non Steroidal Anti-inflammatory Drugs)
  • Overschot aan vitamine D
  • Druiven en rozijnen (hoewel het nog niet duidelijk is wat de exacte werking is)

Dus, mocht je kat één van bovenstaande gifstoffen binnenkrijgen dan is het wijs om direct de dierenarts te bellen.

Verminderde bloedvoorziening

Wanneer er sprake is van een verminderde bloedvoorziening naar organen of weefsels dan noemen we dat ischemie.

Als er te weinig bloed gaat naar de nieren dan krijgen ze een tekort aan zuurstof en voedingsstoffen.

Het gevolg:

De nieren kunnen niet functioneren en zullen stilvallen.

Voordat dit gebeurd is er meestal sprake van een nierinfarct, wat betekent dat cellen of weefsel afsterven als gevolg van het verlies van bloedtoevoer.

Kleine nierinfarcten worden vaak niet herkend op het moment dat ze optreden.

Gewoonlijk zijn het incidentele bevindingen die worden opgepikt tijdens echografie van de nier van een oudere kat.

Infectie

De ernst van nierschade veroorzaakt door een infectie kan variëren van licht tot ernstig, afhankelijk van het type bacterie, de ernst van de infectie, en de duur van de infectie.

Infecties worden soms opgelopen door bacteriën in het bloed, maar treden meestal op wanneer bacteriën van een blaasontsteking stroomopwaarts door de urineleider naar de nier reizen.

Symptomen van een nier infectie kunnen zijn:

  • moeilijk kunnen plassen
  • druppelende urine
  • bloed in de urine
  • het likken van geslachtsdeel

Een andere manier om een infectie op te lopen is door het drinken van water dat besmet is met urine van dieren die de Ziekte van Weil hebben. 

Dit is ook wel bekend onder de naam Leptospirose en kan zowel nierfalen als leverfalen veroorzaken.

Leptospirose komt met enige regelmaat voor bij honden, maar inmiddels is bekend dat meerdere soorten Leptospira ook bij katten voorkomen (bron).

Glomerulonefritis

Eerder hebben we het gehad over de rol van de glomerulus in het zuiveringsmechanisme van de nier. 

Als je het even kwijt bent:

De glomerulus is een soort zeef van haarvaatjes. 

Een filter.

Af en toe raakt dit filter ontstoken, verstopt en kan het niet goed functioneren. 

Wanneer het ontstoken is wordt het glomerulonefritis genoemd, en kan de hele nier beschadigt raken.

Katten met glomerulonefritis vertonen mogelijk geen symptomen totdat de aandoening zich ontwikkelt tot nierfalen.

Uitdroging

Van alle factoren die een nier kunnen beschadigen lijkt uitdroging de grootste boosdoener te zijn, die langdurige schade veroorzaakt.

Nou kan er sprake zijn van ernstige uitdroging wanneer een kat dagen of weken geen toegang heeft tot water.

Dit kan dodelijk zijn, maar komt niet vaak voor. 

Waar we ons vooral zorgen om moeten maken is een langdurige periode van “low-level dehydration”.

Ik vind het moeilijk om er een goede vertaling voor te vinden, maar het komt neer op het volgende:

Wanneer katten voedsel eten met een zeer lage vochtgehalte zoals brokjes en niet genoeg water drinken (wat over het algemeen zo is) dan drogen ze beetje bij beetje uit.

Deze vorm van uitdroging is gevaarlijker omdat we het niet in de gaten hebben als we hier niet bewust over zijn. 

Het gevolg:

Niet voldoende bloedtoevoer.

En je weet nu wat een verminderde bloedvoorziening doet met de nier.

Al met al is meestal de oorzaak van een nierprobleem het langzame verlies van niercellen gedurende een lange periode (meestal jaren).

En niet zozeer een enkele gebeurtenis die enorme nierschade veroorzaakt.

Maar wat zijn dan de gevolgen van nierfalen?

4. Gevolgen Van Nierfalen

4. Gevolgen Van Nierfalen

Polyurie en polydipsie

Polyurie is een aandoening waarbij je overmatig moet plassen. Dit wordt veroorzaakt door een vermindering van het urine-concentrerend vermogen van de nieren. 

Het betekent dat de nieren minder goed in staat zijn om urine te concentreren, wat leidt tot waterige urine. 

Dit is het gevolg van (bron):

  • Een verminderd respons van de nieren op antidiuretisch hormoon (ADH). De hypofyse (een klier ter grootte van een erwt in de hersenen) stuurt het hormoon ADH op het juiste moment in de juiste hoeveelheid naar de nieren (bron). ADH reguleert de hoeveelheid urine en de concentratie daarvan. Het zorgt ervoor dat de nieren voldoende water vasthouden en niet te veel water loslaten (bron). 
  • Een verstoring van de medulla. De medulla is de binnenkant van de nier en wordt ook wel het merg gedeelte genoemd. De belangrijkste functie van de medulla is ook het reguleren van de concentratie van de urine. 
  • Opgeloste diurese. Diurese is de uitscheiding van de urine en de oplossing ervan verwijst naar het verhoogd urineren gepaard met dagelijkse uitscheiding van opgeloste stoffen (bron).

Naast polyurie heb je ook polydipsie. Dit is een aandoening waarbij de kat veel drinkt. 

Secundaire hypertensie

Wanneer er sprake is van hypertensie dan heeft je kat een hoge bloeddruk. Hypertensie kan in twee categorieën verdeeld worden:

  1. Primaire hypertensie
  2. Secundaire hypertensie

Bij primaire hypertensie is de oorzaak van de hoge bloeddruk niet bekend, terwijl bij secundaire hypertensie de oorzaak wel bekend is.

90-95% van de mensen met hypertensie heeft primaire hypertensie (bron). Bij katten met chronische nierfalen komt secundaire hypertensie vaker voor (bron).

Desondanks is het verband tussen chronische nierfalen en hypertensie gecompliceerd en is het moeilijk om uit te maken of hypertensie nierschade veroorzaakt of dat het hypertensie ontstaat door een gedaalde nierfunctie (bron).

Secundaire hyperparathyreoïdie

Wanneer de kat problemen heeft met de bijschildklieren dan heet dit hyperparathyreoïdie.

Ook bij deze aandoening is er sprake van twee categorieën.

Je raadt het vast al:

  1. Primaire hyperparathyreoïdie
  2. Secundaire hyperparathyreoïdie

Bij de primaire vorm is er sprake van een gezwel in één van de bijschildklieren; bij de secundaire vorm dan wordt er te veel bijschildklierhormoon aangemaakt.

Secundaire hyperparathyreoïdie is één van de meest voorkomende gevolgen van chronische nierfalen (bron).

Gastro-intestinale stoornissen

Gastro-intestinale problemen (ofwel maagdarm problemen) komen frequent voor en zijn de meest duidelijke symptomen van uremie (niervergiftiging) (bron). 

Veel katten met chronische nierfalen hebben last van anorexie ofwel een verminderde eetlust.

Dit is onder andere het gevolg van een verhoogde leptine concentratie. 

Leptine is een klein peptide dat uitgescheiden wordt via de nieren, maar bij chronische nierfalen is de uitscheiding van leptine verlaagd. 

Leptine bindt zich op een receptor in de hypothalamus (onderdeel van de hersenen) en stimuleert daar het verzadigingscentrum waardoor het hongergevoel afneemt (bron). 

Ook zou een opstapeling van gifstoffen kunnen leiden tot anorexie. 

Uit een studie bij ratten is gebleken dat bij uremie een bepaalde eiwit zich ophoopt in lichaamsvloeistof waardoor de eetlust onderdrukt wordt (bron).

Braken komt ook voor bij uremie en wordt veroorzaakt door het overblijven van uremische toxines in het lichaam en uremische gastropathie (het hebben van slechte eetlust). 

Uremische toxines hebben effect op het braakcentrum gelegen in de formatio reticularis (de hersenstam).

Anemie

Bij anemie is er een tekort aan circulerende rode bloedcellen en hemoglobine waardoor er minder zuurstof naar de organen getransporteerd wordt en het celmetabolisme daalt.

Dit wordt ook wel bloedarmoede genoemd.

Anemie ontstaat omdat de nieren niet meer het hormoon erytropoëtine aanmaakt. Dit hormoon stimuleert het beenmerg om rode bloedcellen aan te maken.

Ongeveer 30-65% van de katten met chronische nierfalen ontwikkelt anemie tijdens het verslechteren van de nierfunctie (bron). 

Hypokaliëmie

Hypokaliëmie is een van de meest belangrijkste elektrolytenstoornis en is het gevolg van verminderde kaliuminname, kaliumverlies via de nieren, zuur-baseverstoring en verlaagde magnesiumgehalte (bron).

Ook kan het ontstaan lang na het begin van een verlaagd kaliumgehalte in de spieren (bron, bron).

Katten met een laag kaliumgehalte laten vaak hun kopje hangen door verslapping van de nekspieren (bron).

Oke, dus nu we weten wat de gevolgen zijn van nierfalen willen we het natuurlijk herkennen zodat we er vroegtijdig bij zijn.

Toch?

5. Symptomen Van Nierfalen

5. Symptomen Van Nierfalen

Anicura (Europees aanbieder van dierenzorg) geeft het volgende aan over de symptomen van nierfalen:

“Bij acuut nierfalen zie je de symptomen vaak gelijk. Bij chronisch nierfalen wordt je kat langzaam steeds zieker.

  • je kat wordt zwakker en is minder actief;
  • je kat eet steeds minder, maar drinkt juist steeds meer;
  • je kat moet vaak overgeven of heeft diarree;
  • je kat kan een zweer hebben in het mondslijmvlies;
  • de vacht van je kat gaat van het lichaam af staan;
  • je kat verliest gewicht;
  • je kat plast meer dan normaal;
  • je kat heeft een slechte adem.

Omdat de nieren een enorme reservecapaciteit hebben en symptomen vaak pas zichtbaar worden als meer dan 70 procent van de nierfunctie verloren is gegaan is het, zeker bij oudere katten, aan te raden regelmatig een uitgebreid bloed- en urineonderzoek te laten doen.”

Stel dat je één van deze of meerdere symptomen herkent bij je kat dan is het goed om je dierenarts te bellen.

En ik ga je alvast voorbereiden zodat je weet waar de dierenarts eventueel naar gaat kijken wanneer je een bezoekje brengt.

Dus lees verder.

6. Diagnose van Nierfalen

6. Diagnose van Nierfalen

Bloedonderzoek

Meestal zijn er vijf parameters waarnaar dierenartsen in het bloed zoeken om de nierfunctie te evalueren:

  1. Creatinine
  2. Bloedureumstikstof (BUN)
  3. Symmetrisch dimethylarginine
  4. elektrolyten
  5. hematocriet

Creatinine is een bijproduct van het spiermetabolisme en wordt normaal gesproken door de nieren gefilterd. 

Verhogingen van het creatinine duiden op ofwel verlies van nierfunctie of uitdroging (of beide).

Wanneer de nieren niet optimaal functioneren, wordt het creatinine in het bloed verhoogd en kan de patiënt zich uiteindelijk ziek voelen.

Bloedureumstikstof is ook bekend als BUN, wat staat voor Blood Urea Nitrogen. Het is een niet-toxisch bijproduct van de eiwitvertering.

Hoewel dit bijproduct niet zorgt voor een zieke kat, wordt het wel al tientallen jaren gebruikt als een signaal voor onvoldoende nierfunctie bij katten (bron).

De onderzoeken die werden gebruikt om te bepalen wat "normale" niveaus van BUN in de kat waren, gebruikten een dieet met lagere hoeveelheden eiwit.

Dus wanneer je gezonde kat een dieet volgt met een hoog eiwitgehalte, kan het hogere BUN-gehaltes hebben.

Daarom moet het BUN-gehalte worden geïnterpreteerd in de context van andere laboratoriumresultaten en de aanwezige symptomen.

Symmetrisch dimethylarginine (SDMA) is een relatief nieuwe parameter die wordt gebruikt om de nierfunctie te evalueren.

SDMA is een aminozuur (bouwsteen van eiwitten) wat wordt gevormd in het lichaam bij de afbraak van eiwitten. 

De uitscheiding vindt grotendeels plaats via de nieren, waardoor het een nauwkeurige maat is voor de nierfunctie.

Wanneer de nierfunctie voor 40% verloren gaat is er een verhoogde SDMA-gehalte in het lichaam, terwijl een verhoging van het BUN- en creatininegehalte pas te zien is bij een 75% verloren functie.

Dus SDMA maakt sneller bekend of er sprake is van nierfalen.

Elektrolyten zijn essentiële mineralen die elektriciteit geleiden wanneer ze worden gemengd met water.

In feite:

Ze reguleren de zenuw- en spierfunctie, hydrateren het lichaam, brengen de zuurgraad en druk in het bloed in evenwicht en helpen beschadigd weefsel weer op te bouwen.

Katten met een abnormale nierfunctie hebben vaak abnormale kalium- en/of fosforwaarden.

Het handhaven van de juiste niveaus van beide mineralen verbetert de kwaliteit van leven van katten met nierfalen.

Hematocriet (HCT) is een maatstaf om te bepalen of een kat bloedarmoede heeft. 

Je hebt inmiddels gelezen dat de nieren niet meer het hormoon erytropoëtine aanmaakt, waardoor het beenmerg niet meer wordt gestimuleerd om rode bloedcellen aan te maken.

Urineonderzoek

Naast het bloedonderzoek is de beoordeling van urine belangrijk voor de diagnose van nierproblemen.

In het bijzonder wordt er gekeken naar drie parameters:

  1. De aan- of afwezigheid van bacteriën
  2. Het urine soortelijk gewicht (of urineconcentratie)
  3. Het eiwitgehalte in de urine

Bloeddrukmeting & echo-onderzoek

Katten met chronisch nierfalen hebben vaak een hoge bloeddruk.

Het beheersen van de bloeddruk door medicatie kan katten helpen zich beter te voelen en de progressie van nierfalen te vertragen.

Hoewel het niet altijd deel uitmaakt van het diagnostische traject voor katten met nierfalen, kan echografie een waardevol hulpmiddel zijn (bron).

Beoordeling van de nieren door middel van hoge trillingen (ultrasoon) kan helpen bij het diagnosticeren van nierinfecties, nierschade zoals infarcten of genetische afwijkingen die een kat op latere leeftijd vatbaar kunnen maken voor nierfalen.

7. Behandelplan op basis van IRIS classificatie

7. Behandelplan op basis van IRIS classificatie

IRIS staat voor International Renal Interest Society en is een onafhankelijke non-profit organisatie met als missie om dierenartsen te helpen bij het beter diagnosticeren, begrijpen en behandelen van nieraandoeningen bij katten en honden.

Ze hebben een systeem ontwikkeld waarbij de ernst van nierfalen in kaart wordt gebracht. Het varieert van mild (stadium 1) tot ernstige nierfalen in eindstadium (stadium 4).

Het bepalen van de stadium wordt gedaan door het beoordelen van de creatinine, eiwitgehalte in de urine en de bloeddruk.

Op hun website wordt gedetailleerd beschreven wat de behandelingsaanbevelingen zijn per stadia.

Echter, hier is een overzicht van therapeutische opties volgens IRIS:

Antibiotica: Elke onderliggende urineweginfectie moet worden behandeld om de resterende nierfunctie te behouden.

Verwijder potentiële gifstoffen: De meeste medicijnen en chemicaliën worden in het lichaam verwerkt door de nieren en/of de lever. Daarom moeten alle niet-essentiële geneesmiddelen worden stopgezet om de orgaanfunctie te behouden. Dit omvat NSAID's, vlooien- en tekenmedicatie.

Vochttherapie en hydratatie: Katten met chronische nierfalen neigen altijd naar uitdroging. Als ze ziek zijn of in een vergevorderd stadium zitten, kunnen ziekenhuisopname en IV-vloeistoftherapie noodzakelijk zijn. Voor de thuiszorg is het primaire doel om de vochtinname van katten te verhogen.

Lagere bloeddruk: Normalisatie van de hoge bloeddruk die vaak voorkomt bij katten met nierfalen helpt de nierfunctie en de kwaliteit van leven te behouden. Nierdiëten zijn beperkt in natrium om de bloeddruk laag te houden. De meest gebruikte medicijn om de bloeddruk bij katten onder controle te houden, is amlodipine (bron).

ACE-remmers: Dit zijn geneesmiddelen die de bloeddruk verlagen wanneer deze de nier binnenkomt. Hierdoor vermindert de hoeveelheid eiwit die door de glomerulus gaat. De meest gebruikte ACE-remmers zijn enalapril en benazepril (bron).

Fosfaatbinders: Fosfor is een essentieel mineraal. Er ontstaan ​​echter problemen wanneer falende nieren het niet normaal kunnen uitscheiden. Er zijn twee opties om fosfor te verlagen. Eén is het gebruik van voer met een laag fosforgehalte. En de tweede optie is het gebruik van fosfaatbinders. Dit voorkomt dat het ingenomen fosfor wordt opgenomen in het lichaam. Hierover later meer.

Kalium supplementen: Het komt voor dat het kaliumgehalte in het bloed normaal lijkt terwijl het totale kaliumgehalte in het lichaam laag is. Zoals eerder besproken kan een tekort aan kalium leiden tot hypokaliëmie en in extreme gevallen kan de kat zelfs komen te overlijden.

Ijzer supplementen: Katten met nierfalen hebben vaak bloedarmoede doordat de nieren het hormoon erytropoëtine (EPO) niet produceren, dat de aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg stimuleert. Ijzer supplementen kunnen worden gegeven om de productie van rode bloedcellen te stimuleren (bron).

Nierdieet: Veel dierenartsen bevelen een nierdieet aan voor al hun patiënten met nierfalen. Ze zijn ontworpen om goed verteerbaar te zijn en hebben een lager eiwit-, fosfor- en natriumgehalte om BUN en fosfor te beperken en hoge bloeddruk te verlagen.

Deze nierdiëten hebben echter verschillende tekortkomingen:

  • Veel katten houden niet van niervoeding, wat resulteert in gewichtsverlies en ziekte.
  • De ingrediënten en hoeveelheid verwerking in de meeste voorgeschreven diëten zijn verre van ideaal.
  • Veel dierenartsen grijpen te vroeg naar een nierdieet. Katten hebben eiwitten nodig en het beperken ervan in een vroeg stadium kan meer kwaad dan goed doen.

8. De Rol van Voeding bij Nierfalen

8. De Rol van Voeding bij Nierfalen

De Rol van Eiwitten bij Nierfalen

Je hebt net gelezen dat dierenartsen volgens het IRIS protocol een dieet moeten voorschrijven die laag zijn eiwitten. 

Maar waarom? We weten toch dat katten juist eiwitten nodig hebben?

In eerste instantie heeft het te maken met de parameters waar dierenartsen naar kijken, namelijk de BUN- en SDMA-gehaltes. 

Even weer een korte samenvatting:

BUN staat voor Blood Urea Nitrogen (= bloedureamstikstof) en is een niet-giftige bijproduct wat vrij komt in het lichaam na het verteren van eiwitten.

SDMA staat voor “symmetrisch dimethylarginine” en is een bouwsteen van eiwitten wat wordt gevormd in het lichaam bij de afbraak van eiwitten.

Beide stoffen hebben allebei te maken met eiwitten en dus is het logisch om de eiwitinname naar beneden te schroeven wanneer hoge gehaltes van deze stoffen kunnen leiden tot nierfalen.

Maar er is meer..

Er is namelijk een diepgewortelde reden waarom dierenartsen adviseren om voer te eten met minder eiwitten.

De clue vond ik terug in deze vijf wetenschappelijke bronnen:

Uit onderzoek is gebleken dat het voeren van een eiwitrijk dieet zorgde voor een verhoogde bloeddruk en een verhoogde snelheid van het filtermechanisme (bron, bron).

Dit effect was terug te zien in zowel gezonde dieren als dieren met nierschade.

Een reeks onderzoeken meldde dat het beperken van eiwitten deze effecten verminderde en de progressie van chronische nierfalen vertraagde bij ratten (bron).

Verder vertraagde ook de ontwikkeling van nierfalen bij ratten die genetisch gezien vatbaar waren voor chronische nierfalen naarmate ze ouder werden (bron, bron).

Deze effecten zijn echter niet waargenomen bij katten.

In feite:

Het voeren van voeding met een hoog eiwitgehalte resulteerde niet in de progressie van nierfalen bij katten

Zowel niet bij katten met een natuurlijke vorm van nierfalen als katten met een experimenteel “geknoeide” vorm van nierfalen.

Het begon met een studie die een eiwitrijk dieet (51,7%) en een eiwitarm dieet (27,6%) met elkaar vergeleek (bron).

De onderzoekers zagen dat er minder glomerulaire schade ontstond aan de nier bij katten die een eiwitarm dieet kregen.

Maar daarentegen, hebben ze gezien dat katten het eiwitarm dieet niet lekker vonden. 

Hierdoor kregen ze minder calorieën binnen dan de groep katten die een eiwitrijk dieet hebben gehad, wat zorgde voor gewichtsverlies en tekenen van een eiwittekort.

Vanwege dit effect concludeerden de auteurs van de studie dat beperking van calorieën en eiwitten leidde tot minder glomerulaire schade bij katten in vergelijking met katten die een dieet kregen dat rijk was aan calorieën en eiwitten.

Om deze conclusie te testen werd een volgende studie uitgevoerd om de afzonderlijke effecten van eiwit en calorie inname op de progressie van nierfalen nader te bekijken (bron).

Een groep volwassen vrouwelijke katten met nierfalen werd verdeeld in vier groepen.

Elke groep kreeg één van de vier onderstaande diëten gedurende een periode van 12 maanden:

  • Laag eiwitgehalte / laag caloriegehalte
  • Laag eiwitgehalte / hoog caloriegehalte
  • Hoog eiwitgehalte / laag caloriegehalte
  • Hoog eiwitgehalte / hoog caloriegehalte

Het filtermechanisme in de nieren werd een klein beetje aangetast in alle groepen, maar dit kwam niet door de eiwitten en de calorieën.

Wel was er weefselschade waargenomen in de groep die veel calorieën binnenkreeg.

Dus vanwege de onderzoeken met ratten en omdat de hypothese is dat oudere katten enig verlies van nierfuncties ervaren als een normaal verouderingsproces..

Werd het in de jaren tachtig populair om te pleiten voor het voeren van eiwitarme diëten aan oudere dieren, met de bedoeling om de snelheid van nierfalen te vertragen.

Maar geen enkel onderzoek (op het moment van schrijven) heeft aangetoond dat katten die ouder worden altijd te maken krijgen met verslechterde nierfuncties (bron, bron). 

Sterker nog:

Oudere katten hebben zelfs voldoende eiwitten van hoge kwaliteit nodig om het verlies aan eiwitreserves te minimaliseren en aan hun onderhoudsbehoeften te voldoen.

Langdurige beperking van eiwitten gaat gepaard met verschillende gevaren (bron, bron).

  • Een verminderde immunologische respons en weerstand tegen infectie
  • Een verminderde hemoglobine productie en bloedarmoede
  • Spierafbraak
  • Verder verlies van eiwitreserves, ondervoeding en klinische symptomen die verband houden met eiwit- of aminozuurtekort

Maar ook volwassen katten met nierfalen hebben eiwitten nodig.

Onvoldoende eiwitten gaat namelijk gepaard met het verlies van "Lean Body Mass".

In het Nederlands noemen we dat "vetvrije massa".

Het vertegenwoordigt het totale gewicht van het lichaam minus het gewicht van het vetweefsel.

Lean Body Mass bestaat hoofdzakelijk uit spieren, botten, organen, pezen, water en ander mager weefsel.

De onderzoekers Chakrabarti, Syme en Elliott hebben aangetoond dat het verlies van vetvrije massa samenhangt met progressieve chronische nierziekte bij katten (bron).

Het blijkt ook dat het een gevolg is van verminderde opname van voedingsstoffen uit het spijsverteringskanaal, verminderde eetlust, misselijkheid, braken en ondervoeding gerelateerd aan nierziekte.

Er is zelfs gemeld dat het verband houdt met een kortere overleving [bron] en het blijkt voorspellend te zijn voor klinische achteruitgang bij nierfalen (bron).

Tenslotte zijn voedingsmiddelen met een sterk verminderd eiwitgehalte niet smakelijk, wat kan leiden tot een verminderde inname die een eiwittekort verder kan verergeren.

Als voorbeeld:

Wanneer een dieet met 27,6% aan eiwitten werd gevoerd aan katten, consumeerden de katten significant minder voedsel in vergelijking met katten die voer kregen met 51,7% eiwitten (bron).

Welke voedingsstoffen hebben mogelijk wel invloed op de nieren?

Conclusie: In vijf wetenschappelijke bronnen vond ik een diepgewortelde reden waarom dierenartsen adviseren om voer te eten met minder eiwitten. Echter, het voeren van voeding met een hoog eiwitgehalte resulteerde niet in de progressie van nierfalen bij katten.

De Rol van Fosfor bij Nierfalen

Evenwicht tussen calcium en fosfor in het bloed is erg belangrijk voor de gezondheid van de kat. Om te zorgen dat deze twee mineralen in balans blijven is het nodig dat vitamine D wordt geactiveerd in lichaam.

Echter, wanneer de nieren van de kat beginnen te falen, verliezen ze het vermogen om vitamine D te activeren en het vermogen om fosfor uit te scheiden.

Dit is wat er gebeurt:

Naarmate het actieve vitamine D-gehalte (calcitriol) daalt, daalt ook het calciumgehalte in het bloed en begint het fosfaatgehalte in het bloed te stijgen.

Wanneer de nieren niet meer in staat zijn hun normale werk te doen, namelijk het reguleren van de niveaus van fosfor en calcium in de bloedbaan, beginnen de bijschildklieren harder te werken om het calciumniveau in het bloed in evenwicht te houden.

Als reactie daarop zal het fosforgehalte in het bloed stijgen door de afscheiding van parathyroïdhormoon (PTH).

Dit proces of deze aandoening staat ook bekend als renale secundaire hyperparathyreoïdie (wat ik al eerder heb genoemd) (bron).

Het maakt niet uit hoeveel PTH door de bijschildklieren wordt afgegeven, zieke nieren hebben mogelijk niet het vermogen om vitamine D te activeren.

Hoewel er steeds meer PTH wordt uitgescheiden, kan de nier simpelweg niet reageren.

Aangenomen wordt dat dit onvermogen de vorming van calciumfosfaatkristallen en de afzetting van deze kristallen in de nieren en andere zachte weefsels bevordert, wat kan leiden tot verder verlies van nefronen en progressie van de ziekte (bron, bron).

Bovendien resulteert de chronische verhoging van PTH in overmatige demineralisatie van bot en pathologische veranderingen die gepaard gaan met botverlies.

Met andere woorden:

De verwijdering van calcium uit de bloedsomloop zorgt ervoor dat de botten calcium afgeven om het calciumgehalte in het bloed op peil te houden, wat resulteert in zwakke botten

Als je dit hele proces in ogenschouw neemt, begin je te begrijpen waarom extra fosfor via de voeding de zaken erger maakt.

Daarom kan de beperking van fosfor in de voeding helpen om secundaire hyperparathyreoïdie van de nieren onder controle te houden.

Dit resulteert in verminderde mineralisatie en minder schade aan de resterende functionerende nefronen, wat uiteindelijk de progressie van nierziekte vertraagt.

Studies met ratten hebben aangetoond dat fosforbeperking effectief is bij het minimaliseren of voorkomen van proteïnurie (eiwitten in de urine) en bij het vertragen van de structurele en functionele veranderingen die optreden in de resterende gezonde nefronen (bron).

Er zijn ook aanwijzingen dat een normale fosforopname bij katten met nierfalen verhoogde mineralisatie van nierweefsel veroorzaakt, en dat dieetbeperking deze veranderingen kan voorkomen (bron).

Omdat er echter andere factoren een rol spelen, kan ziekteprogressie nog steeds optreden, zelfs met een beperkt fosforgehalte in de voeding.

Desalniettemin..

Hoe minimaliseer je nierfalen door het beheren van de hoeveelheid fosfor

Het doel van een beperkt fosfor dieet is om de hoeveelheid fosfor in het bloed terug te dringen naar normale hoeveelheden.

Hierdoor kan bot demineralisatie (botontkalking) en afzetting van calciumfosfaat kristallen in zachte weefsels voorkomen worden.

Nou zegt de conventionele wijsheid om eiwit uit voeding te beperken omdat eiwit een belangrijke bron van fosfor is. 

En ik snap dat dit gebeurd. 

Echter, zoals je inmiddels weet, zijn eiwitten essentieel voor de kat. 

Een beter idee is het gebruik van fosfaatbindende middelen zoals aluminiumhydroxide en calciumcarbonaat (bron, bron).

Fosfaatbinders kunnen worden toegevoegd aan nat kattenvoer en verwijderen op effectieve wijze aanzienlijke hoeveelheden fosfor uit het voer.

Wat ook nog een goede strategie lijkt te zijn:

Kook eieren en gebruik alleen het eiwit. Hak deze in kleine stukjes en voeg het vervolgens toe aan het kattenvoer (bron).

Het eiwit bevat namelijk veel kwalitatieve eiwitten maar geen fosfaat, waardoor het fosfor in het voer wordt “verdunt”.

Deze strategie stelt de kat in staat om eiwitten voor herstel en energieproductie in overvloed beschikbaar te hebben, terwijl de inname van een voedingsstof die schadelijk kan zijn voor de kat wordt verminderd.

De hoeveelheid fosfor in het bloed moet regelmatig worden gecontroleerd en het voer van de kat moet worden aangepast totdat normalisatie van fosfor is bereikt.

Calciumsuppletie en vitamine D-suppletie moeten worden vermeden totdat de hoeveelheid fosfor onder controle is.

Het geven van extra calcium in de aanwezigheid van hyperfosfatemie kan namelijk verder bijdragen aan de mineralisatie van zacht weefsel.

Zodra de fosforconcentratie is genormaliseerd, kan calcium en/of vitamine D (calcitriol) worden aangevuld om te helpen bij de beheersing van renale hyperparathyreoïdie en botziekte (bron).

Conclusie: De beperking van fosfor in voeding resulteert in verminderde mineralisatie en minder schade aan de resterende functionerende nefronen, wat uiteindelijk de progressie van nierziekte vertraagt. Er zijn verschillende manieren om de hoeveelheid fosfor te verlagen en nierfalen te minimaliseren.

De Rol van Vet bij Nierfalen

Het is belangrijk dat diëten die zijn samengesteld voor huisdieren met chronische nierziekte, voldoende niet-eiwit-calorieën bevatten om te voorkomen dat eiwitten als energiebron worden gebruikt.

Vet is een uitstekende energiebron voor katten en bevordert ook de smakelijkheid van de voeding.

Echter:

De hoeveelheid en het type vet in het dieet van een huisdier kan de progressie van nierfalen beïnvloeden. 

Er zijn namelijk twee factoren die invloed hebben op de progressie:

  1. Hyperlipidemie, ofwel de aanmaak van te veel cholesterol en/of triglyceriden door de lever (bron, bron).
  2. Glomerulaire hypertensie, ofwel een verhoogde bloeddruk in de glomerulaire haarvaten (bron).

Helaas zijn de wetenschappelijke studies met betrekking tot de hoeveelheid cholesterol en/of triglyceriden bij katten beperkt. 

Maar misschien kunnen we leren van een klein onderzoek dat is gedaan op honden (bron).

Honden kregen voor een periode van 20 maanden een vetarm dieet aangevuld met ofwel:

  • Menhaden visolie (een bron van omega-3 vetzuren)
  • Saffloerolie (een bron van onverzadigde omega-6 vetzuren)
  • Rundervet (een bron van verzadigde omega-6 vetzuren)

Honden die het met menhaden visolie aangevulde dieet kregen, hadden een verminderde proteïnurie en lagere creatinine-, cholesterol- en triglyceridewaarden in vergelijking met honden die ofwel saffloerolie of rundervet kregen.

Dit zou eventueel kunnen betekenen dat omega-3 vetzuren uiteindelijk een positief effect heeft op de progressie van nierfalen.

Dan de andere factor: glomerulaire hypertensie.

Onderzoeken suggereren dat glomerulaire hypertensie wordt beïnvloed door eicosanoïden, een verzameling weefsel-hormonen (bron).

Deze hormoonachtige stoffen worden aangemaakt door omega-3 en omega-6 vetzuren en zijn betrokken bij ontstekingsreacties in veel verschillende weefsels van het lichaam. 

Dit werkt als volgt:

Wanneer er een ontsteking plaatsvindt, maken omega-6 vetzuren verschillende eicosanoïden aan. 

Prostaglandinen is daar één van. Dit is een ontstekingsbevorderende stof die zorgt voor het verwijden van bloedvaten en de toename van bloed wat wordt afgegeven aan de nier. 

Hierdoor ontstaat er een verhoogde bloeddruk in de glomerulaire haarvaten (ofwel glomerulaire hypertensie).

Omdat omega-6 en omega-3 vetzuren strijden om dezelfde enzymen, zorgt een toename van omega-3 vetzuren voor een vermindering van de ontstekingsbevorderende stoffen.

Hierdoor ontstaan er dus minder ontstekingsreacties, minder kans op verhoogde bloeddruk en minder kans op een progressie van nierfalen.

Conclusie: De aanmaak van teveel cholesterol en/of triglyceriden (hyperlipidemie) en verhoogde bloeddruk in de glomerulaire haarvaten (glomerulaire hypertensie) hebben invloed op de progressie van nierfalen. Omega-3 vetzuren remmen de progressie door lagere cholesterol- en triglyceridenwaarden; het tegengaan van verhoogde bloeddruk in de glomerulaire haarvaten.

De Rol van Natrium bij Nierfalen

Natrium is een macromineraal en belangrijk voor een tal van processen binnen het lichaam. 

Alleen een teveel kan problematisch zijn.

Een hoog natriumgehalte in voeding is geïdentificeerd als een potentieel verergerende factor bij de progressie van chronisch nierfalen vanwege de verhoogde kans op een hoge bloeddruk (bron). 

Meer dan 1.5 gram natrium per 1000 kcal zou de progressie van nierfalen in een vroeg stadium bevorderen (bron).

Echter:

Onderzoek naar risicofactoren en de effecten van verminderde natriuminname bij katten met een aangetaste nierfunctie hebben geen duidelijk voordeel aangetoond van natriumbeperking (bron, bron, bron).

Bovendien lijken huisdieren met nierziekte plotselinge veranderingen in het natriumgehalte minder goed te verdragen (bron).

Het mechanisme om natrium uit te scheiden wordt aangetast waardoor uitdroging kan ontstaan. 

Dus ondanks dat het effect van natrium op nierfalen nog wat onduidelijk is, is het in ieder geval van belang om langzaam over te gaan op een natriumbeperkt dieet.

Conclusie: Een verhoogd natriumgehalte in voeding wordt gezien als potentiële factor op de bevordering van nierfalen. Echter geven onderzoeken verschillende resultaten waardoor het niet duidelijk is wat nou het effect precies is.

De Rol van Kalium bij Nierfalen

Kalium is ook een macromineraal dat samen met chloride en natrium betrokken is bij het regelen van de vochtbalans en bloeddruk in het lichaam.

Zodra het lichaam een tekort heeft kan hypokaliëmie ontstaan als gevolg van een verhoogd urineverlies en uiteraard een verminderde inname (bron).

Er is een duidelijk verband tussen metabole acidose en een negatieve kaliumbalans bij katten, die verder kunnen bijdragen aan de progressie van nierfalen (bron).

Metabole acidose is een te lage pH-waarde van het bloed. Oftewel, het bloed bevat teveel zuur.

Dit komt vaak voor bij huisdieren met chronisch nierfalen en wordt veroorzaakt door het verminderde vermogen van de nieren om zuren te filteren.

Een retrospectieve studie van katten met natuurlijk voorkomende nierfalen meldde bijvoorbeeld dat ongeveer 80% van de katten metabole acidose had op het moment van diagnose (bron).

Acidose draagt ​​bij aan nierletsel en uremie en leidt tot een verhoogde nierbuis vorming van ammoniak.

Omdat niet alle katten met chronisch nierfalen hypokalemisch zijn, wil je het kaliumgehalte nauwlettend in de gaten houden.

Heeft je kat een tekort, dan kan kalium worden toegevoegd als voedingssupplement  kaliumgluconaat of kaliumcitraat (bron).

Conclusie: Nierfalen verminderd het vermogen om zuren te filteren. Dit in combinatie met een kaliumtekort kan zorgen voor metabole acidose, wat bijdraagt aan nierletsel, uremie en verhoogde nierbuis vorming van ammoniak. Kalium kan worden toegevoegd als voedingssupplement.

De Rol van Vitamines bij Nierfalen

Wanneer je kat last heeft van polyurie verliest hij of zij een teveel aan in-water-oplosbare vitamines in de urine. 

Om die reden is het aan te raden om deze vitamines aan te vullen via suppletie. De vitamines die onder deze categorie vallen zijn vitamine B-complex en vitamine C. 

Het is ook bekend dat chronische nierfalen de productie van vrije radicalen verhoogd en het antioxidanten niveau in het lichaam verlaagd (bron). 

Deze veranderingen kunnen bijdragen aan de progressie van nierfalen. Om die reden zijn vitamines die een krachtige antioxidant vormen ook gunstig. 

De weefsels van katten met een spontane nierziekte die een nierdieet kregen met verhoogde concentraties vitamine E, vitamine C en vitamine A, hadden een significant verminderde oxidatieve DNA-schade (bron).

Conclusie: Het aanvullen van vitamine B-complex en vitamine C is aan te raden in het geval er sprake is van polyurie. Verder zijn de vitamines A, E en C gunstig om te progressie van nierfalen te vertragen.

De Werkzaamheid van Nierdiëten

Commerciële voeding voor de behandeling van chronische nierfalen (nierdiëten) bij katten zijn doorgaans samengesteld met de volgende eigenschappen:

  • Matig verlaagd eiwitgehalte 
  • Beperkte fosforgehalte 
  • Verhoogde omega-3 vetzuren (en in sommige gevallen een aangepaste omega-6 tot omega-3 vetzuurverhouding)
  • Normaal of matig verlaagd natrium

In de afgelopen jaren zijn gecontroleerde klinische studies uitgevoerd om de werkzaamheid van deze voedingsmiddelen te onderzoeken.

Eén van deze studies onderzocht een groep van 50 katten met chronische nierfalen. 

Van de 50 kregen 29 katten een nierdieet (verminder eiwit en laag in fosfaat) met of zonder de toevoeging van een fosfaatbinder. De andere groep kregen hun normale voeding.

De groep met het nierdieet hebben het gemiddeld 633 dagen overleefd (ongeveer 1,5 jaar) terwijl de andere groep het nog geen jaar hebben overleefd (264 dagen, 8 maanden) (bron). 

In een ander onderzoek kregen katten met stadium 2 of stadium 3 nierziekte ofwel een volwassen onderhoudsdieet (lees: normaal voer) ofwel een nierdieet.

Het voeren van een nierdieet verminderde het aantal keren dat uremie plaats vindt significant en verlengde de levensduur en verminderde mortaliteit (sterfte) bij katten met chronische nierfalen (bron).

De langere levensduur in combinatie met een verbeterde kwaliteit van leven is ook gemeld in een studie waarbij katten zeven verschillende nierdieten kregen of het normale onderhoudsdieet van de kat (bron).

Een interessante correlatie die in dit onderzoek werd gevonden, was dat het voer met de langste overlevingstijd (~23 maanden) ook het hoogste gehalte aan het omega-3-vetzuur EPA bevatte.

Gezamenlijk laten deze onderzoeken zien dat dieetmanagement een onmisbaar onderdeel is van het behandelprotocol voor huisdieren met chronische nierfalen.

Conclusie: Onderzoeken tonen aan dat dieetmanagement belangrijk is voor het behandelen van katten met chronische nierfalen. De belangrijkste verandering in het dieet omvatten veranderingen in het eiwit-, fosfor-, vet-, en vitaminegehalte.

13 Extra Supplementen en Kruiden ter Ondersteuning van de Nieren

1. Probiotica: Probiotica zijn levende micro-organismen (bacteriën) die de darmen ondersteunen. Dit is belangrijk want de darmen spelen een grote rol in de algemene gezondheid van je kat.

Er zijn echter specifieke probiotica ontwikkeld voor katten met chronische nierfalen. Het meest gebruikte product in de veterinaire wereld is Azodyl.

Het doel van dit probioticum is om gifstoffen in het maagdarmkanaal op te sluiten, zodat ze niet door de nieren hoeven te worden gefilterd. 

Twee belangrijke opmerkingen over Azodyl:

Het is op het moment van schrijven niet verkrijgbaar via Nederlandse verkoopkanalen.

Mocht je er wel aan komen dan moet het worden toegediend als een intacte capsule. Het openen van de capsule en het aanbrengen op voer vermindert de werkzaamheid (bron)

2. Astragalus: Een traditioneel Chinese kruid, wat vaak wordt gebruikt bij katten en mensen met een nierziekte. Studies suggereren dat er voordelen kunnen zijn, hoewel het onderzoek niet definitief is (bron, bron).

3. Arginine: Van het aminozuur arginine is aangetoond dat het de bloedtoevoer naar de nieren verhoogt, evenals de snelheid waarmee het bloed door de glomerulus wordt gefilterd (bron). 

Deze effecten zouden gunstig moeten zijn voor katten met CRF, hoewel voorzichtigheid geboden is bij katten met glomerulonefritis. Wanneer er te veel eiwit in de urine zit, kan het probleem verergeren.

4. Cordyceps: Een paddenstoel die vaak wordt gebruikt in de Chinese geneeskunde. Van Cordyceps is aangetoond dat het littekens door nierschade vermindert en de functie verbetert bij patiënten met een nierziekte (bron, bron).

5. Dong quai: Dit Chinese kruid, ook bekend als Angelica Sinensis, is gebruikt om patiënten met chronische nierziekte te behandelen. Dong quai wordt vaak samen met astragalus gebruikt (bron).

6. Ginkgo: Een bekend kruid dat wordt gebruikt voor geheugenondersteuning. Van ginkgo is aangetoond dat het de nieren beschermt tegen schade en de genezing van beschadigde niercellen ondersteunt (bron, bron).

7. Glutamine: Van het aminozuur glutamine is aangetoond dat het de productie van arginine verhoogt, dat de nieren ondersteunt (bron).

8. Groene thee: Onderzoek wijst uit dat de polyfenol antioxidanten in groene thee de nier beschermen tegen vrije radicalen (oxidatieve) schade (bron, bron).

9. Melatonine: Dit hormoon dat van nature door de pijnappelklier wordt uitgescheiden, staat vooral bekend om zijn vermogen om de slaap te helpen reguleren, maar het beschermt ook de nieren tegen schade door vrije radicalen (bron).

10. mariadistel: Dit beschermt niercellen tegen schade, en extracten van mariadistel, zoals silymarine, staan ​​bekend als zeer ondersteunend voor de lever (bron). 

Het is altijd raadzaam om leverondersteuning toe te voegen voor een patiënt met een nierziekte, aangezien de lever mogelijk de achterstand moet oppakken als het andere belangrijke ontgiftende orgaan in het lichaam.

11. N-acetylcysteïne: Dit heeft veel toepassingen in de westerse geneeskunde, waaronder een bewezen vermogen om de nieren te ondersteunen en de progressie van nierfalen te vertragen (bron).

12. Rehmania: Een ander traditioneel Chinees kruid waarvan is aangetoond dat het de nieren zeer goed beschermt na verwonding of bloedverlies (ischemie) (bron, bron).

13. Rabarber: Ook vaak gebruikt in de Chinese geneeskunde, waarvan is aangetoond dat het de nieren beschermt en in het algemeen "het therapeutische effect van conservatieve behandeling verbetert" bij patiënten met gevorderde nierziekte (bron).

Zoals hierboven vermeld, zijn nogal wat traditionele Chinese kruiden bestudeerd en aangetoond dat ze de nierfunctie positief beïnvloeden.

Dat gezegd hebbende, mag Chinese geneeskunde niet worden gebruikt als vervanging voor vloeistoftherapie en geneesmiddelen voor nierondersteuning wanneer ze klinisch geïndiceerd zijn.

Conclusie: 13 supplementen en Chinese kruiden hebben aangetoond op een positief werkzaam effect op de nieren. Echter, is het belangrijk dat het niet als vervanging van vloeistoftherapie en geneesmiddelen gebruikt mag worden.

Nu is het jouw beurt!

Nu is het jouw beurt!

Heb jij wat gehad aan dit artikel? Heb je nog vragen? Laat het me vooral weten door hieronder een reactie te plaatsen en dan kom ik er z.s.m. op terug 😉

Subscribe
Notify of
guest
19 Comments
Oldest
Newest Most Voted
Inline Feedbacks
View all comments
Carolien Tigchelaar
Carolien Tigchelaar
1 year ago

Wow , dat is veel info , hier ook een oudere nierkat . Ik geef Farmina renal brokjes en als supplement Guldenroede en Zalmolie . Natvoer wil ze alleen Gourmet , oeps . Dieetvoer van RC en Hills lijkt me niet veel ,geen idee hoe andere merken t doen . Ik heb ook gehoord dat je t beste gewoon ? kattenbrokjes kan geven met een supplement maar ja , adult of senior ? Welk merk is goed ? Vind t moeilijk , je hoort erg veel verschillende info . Gr Carolien .

Carolien Tigchelaar
Carolien Tigchelaar
Reply to  Hamist
1 year ago

De vele info is hartstikke goed maar voor mij heel veel om te onthouden , nierdieet farmina …het merk komt vrij goed door bv Voerwijzer beoordeelt, de veterinaire lijn is nog nergens beoordeelt , dat weer niet dan . Maar ik hoop dat er wat betere ingrediënten in zitten ? De guldemroede heb ik als idee gekregen van degene waar we de supplementen vandaan hebben voor ons hondje . Het helpt de nieren spoelen ? De zalmolie …meestal heb ik Catoils , schijnt goed te zijn ook voor ontstekingen in het mondje , maar t was even lastig te verkrijgen vandaar nu even de zalmolie . En RC en Hills ben ik bang dat er te weinig goede eiwitten in zitten en te plantaardig is
Ps is jouw voerlijn al verkrijgbaar ? Gr Carolien

Carolien Tigchelaar
Carolien Tigchelaar
Reply to  Hamist
1 year ago

Hee , lees nu pas je antwoord. Klopt , de link die je erin zet is t voer wat ik geef van Farmina . De kat heeft gelukkig geen ontstekingen hoor maar t schijnt goed te zijn om te voorkomen ? Als ik de nieuwe mail lees , is t geven van nierdieet niet eens zo top , maar welk voer dan wel he , heb je een aanbeveling? Voor onze jonkies van 1 jaar ga ik ws of Carnilove sterilised of Natural Health geven , heb jij deze wel eens bekeken? Groet , Carolien .

Carolien Tigchelaar
Carolien Tigchelaar
Reply to  Carolien Tigchelaar
1 year ago

Ps de Natural Healt Carnivoor !

Carolien Tigchelaar
Carolien Tigchelaar
Reply to  Hamist
1 year ago

Hoi , onze kattendames heten Dobbie en Dorus , geadopteerd via Stichting Kittenplace hier in de buurt . Ze zijn net jarig geweest en 1 jaar nu . Het word de Carnilove dus , jemig wat belachelijk vd Farmina en NaturalHealth zeg , het komt zo mooi over zoals ze het zeggen . Denk dat ik maar meer natvoer ga proberen , voor alle katten en dan fosfaat binder voor de nierkat, wat een tongbreker is dat woord he . Kan ik dan het gewone natvoer geven of toch nierdieetnatvoer , ik denk het gewone natvoer en dan de fosfaat binder erin , ga zo door met de filmpjes , ik had er al een paar gezien , fijne Hemelvaart dag nog ook voor jou . Groet Carolien . Ps ik krijg inderdaad geen melding dat je een antwoord geeft ps mijn overleden kat was toen helemaal gek van almo nature mousse , niet heel best maar dat was t enige wat hij wilde eten in de laatste weken

Anuschka
Anuschka
10 months ago

Hoi Hamit,

Ik heb wel eens gelezen dat Ipakitinine ook goede stoffen als vitamines en anti-oxidanten bindt. Is dat zo?
Andere vraag; ik gebruik Porus one als uremische toxine binder. Ben je daarmee bekend en wat vind je ervan?
Verder vraag ik me af wat je vindt van het Renal natvoer van specific,Kattovit en renal rauwvoer zoals die van Bandit.
Las ook in je comments dat je bezig bent met eigen voer merk. Hoor graag waar dat te bestellen is!

Vr. groet,
Anuschka

Last edited 10 months ago by Anuschka
Anuschka
Anuschka
Reply to  Hamist
9 months ago

Goedemorgen Hamist,

Wat super fijn dat je er bent ingedoken en nog wel tot zo laat. Dank je wel!

Hieronder mijn reactie per vraag.

vraag 1:
Ik weet niet meer waar ik dat heb gelezen. Heb zoveel het internet afgestruind. Meen dat het met het chitosan te maken heeft dat voedingsstoffen opneemt. 

vraag 2: 
Heb het even opgezocht wat bedoeld wordt met voorstadia van uremische toxines. Dit staat op hun website 
Porus One bestaat uit Renaltec. Renaltec is een selectieve, op koolstof gebaseerde absorber in bolletjesvorm (0,1 tot 0). 3 mm) die door middel van een gepatenteerd proces wordt geproduceerd. Elk bolletje heeft een glad oppervlak met een aantal absorptieporiën. De bolvorm en het interne vertakte kanaalsysteem zorgen voor een groot absorptievermogen. De poriën zijn zo klein gemaakt dat slechts zeer kleine moleculen, zoals voorlopers van uremische toxines, in de binnenkant van het bolletje terecht kunnen komen. Deeltjes met een grotere diameter, zoals vitaminen, enzymen of cellen, kunnen minder goed binnendringen. Voorgangers van uremische toxines kunnen zich door een tegenovergestelde elektrische lading in de bollen binden.  Na de absorbtie van voorgangers van uremische toxines, zoals indole en p-cresol, wordt Porus One uitgescheiden in de ontlasting van de kat. Vragen en antwoorden (porus-one.com)
Vraag 3:
Wat fijn dat je het zo hebt uitgestippeld. Nierdieet ga ik mijn kat zoals hij nu is dus niet meer geven. Op het ogenblik is zijn forfor goed, maar zijn ureum en creatinine veel te hoog. Vraag me daarom af of Ipakitine nu zinvol is om door zijn voeding te doen. Wat denk jij?

Vraag 4:
Ik bestel dit voer vandaag nog! Ben heel benieuwd en hoop zo dat hij het lust, want wil op het ogenblik bijna niets eten behalve tonijn en kip.

Anuschka
Anuschka
Reply to  Hamist
9 months ago

Bedankt voor het uitzoeken. Al hoeft mijn kat geen Ipakitine misschien dan toch een goede multivitamine om af en toe als aanvulling te geven op jouw voer of zou het dan te veel aan vitamines worden?

Anuschka
Anuschka
9 months ago

Hoi, is er een middel dat alle bovenstaande supplementen en kruiden bevat of een middel dat je kan adviseren? Ik begrijp dat je deze hier mogelijk niet mag noemen, dus je mag me ook mailen.

Anuschka
Anuschka
Reply to  Hamist
9 months ago

L-glutamine ga ik ook bestellen. Heb een hele poos geleden ook l-glutamine aan mijn (toen nog) kittens gegeven nadat ze Giarda hadden gehad om aan te sterken.

Ben heel benieuwd naar je side-note, dus volg graag.

19
0
Heb je een vraag of opmerking? Laat een reactie achter :)x
()
x